Ha, Nathan Oliver. Wat fijn dat je weer terug bent. Met je band. We hebben acht jaar niets of weinig van je gehoord. Je zegt it’s a clever way to cater to short attention spans. Dat kan wel zijn, maar als je nummers als Sing Blue Silver kunt schrijven riekt dat naar valse bescheidenheid. Maar hé, we zijn er blij mee. Het is tof. Nee, het is geweldig. Het is héél alt rock en ook een beetje jaren ’80. Het heeft alles wat we willen horen.
Dat de titel drie woorden bevat die ook terugkomen in het liedje The Chauffeur van Duran Duran, vinden we geen enkel probleem. We geloven het als je zegt dat je dat niet wist. En je grapje om die toevalligheid vinden we geslaagd. ‘To me, ‘blue silver’ sparks images of knights in armor and old school masculinity, and the song is about stripping that away–being honest, exposed, and vulnerable. Is that what Simon Le Bon was on about?’
Ze (muziekbloggertjes) noemen Sonic Youth, The Shins, R.E.M., The Cure, The Pursuit of Happiness en Stephen Malkmus. Prima. Wij hebben er zelfs nog een paar aan toegevoegd. Zie het als compliment, Nathan. Je kunt beter klinken als geweldige bands dan klinken als matige bands. Je kunt beter klinken als iets goeds uit het verleden dan klinken als iets armoedigs uit het heden. Want dat vinden we juist zo lekker aan Sing Blue Silver; het klinkt alsof je erbij was (waar we ook aan terugdenken).
Dat was het, Nathan. En nu luisteren we fijn nog een keer.