Een maandje geleden lieten we je al kennis maken met dreampopduo Spectator; het prachtige, stemmige Waves was de meer dan terechte aanleiding daarvoor. Maar hoor dit dan toch, dit in The War on Drugs-gedrenkte nieuwe singletje Weight van Jeffrey en Megan. Magistraal, als je ervan houdt. Het verleidt ons in ieder geval om te zeggen: komt wel goed met Spectator. Helemaal goed.
Tag: <span>The War On Drugs</span>
Dat hebben wij gisteren wel gedaan. Liedje Can’t Get Around is namelijk prachtig, vinden wij. We horen een goede dosis War On Drugs (ballad-style) en Leif Vollebekk, en dat is altijd lekker. Big Bend is Nathan Phillips. En op 10 mei brengt hij zijn nieuwe plaat uit. Als Can’t Get Around daar een goede graadmeter voor is, dan kunnen we niet wachten.
Bands uit Australië. Dat is meestal een garantie voor succes, althans bij ons. Zo ook Grand Pine (uit Melbourne). Ze leveren met liedje Feel Alone hun derde single af. Daarop horen natuurlijk een eigen sound, maar ook wat inspiratie van landgenoten Boy & Bear, en de mannen Fleet Foxes. En als je heel goed luistert zelfs wat War on Drugs. Wat je krijgt is een catchy, melodieuze indiefolk-kneiter. Is dat een genre? Vanaf nu wel!
Dit gaat over een meisje. Een meisje dat altijd in haar kamer zit. Altijd in haar gedachten zit. Zó diep in haar gedachten zit dat het slopend is. En dan is een verwijzing naar Nick Drake natuurlijk helemaal niet zo gek. ‘You like the sound of a pink moon cry. Lying on the floor as the day goes by,’ zingt Sam Bentley. Want Deep Burn Blue is nu eenmaal niet bepaald vrolijk. En toch echt wat anders dan we van de Australische indiefolk band The Paper Kites gewend zijn.
I know it seems alright
To just wait till the feelings right
But I can see it in your eyes
A shade of blue and a signal fire
Old school backup vocals, een galmende gitaar en Phil Collins-achtig drumwerk. Het maakt van Deep Burn Blue een melancholische en sombere plaat. Gevoelig ook. Maar dat was de bedoeling van Sam: ‘Music is so much more purposeful and devastating when it makes you feel exposed.’ Maar laat je vooral niet ontmoedigen. Het is prachtig. En:
But time alone means nothing
If you can’t escape the hurt you’re feeling
(Hoe zou ie in de herfst klinken? Als de straten donker, nat en verlaten zijn?)
Komt-ie aan hoor. De langverwachte eerste langspeelplaat van de Australische band Rolling Blackouts Coastal Fever. Het magistrale nummer An Air Conditioned Man is al de derde track die je kunt beluisteren van het debuutalbum (Hope Downs). Maar deze is speciaal. Deze wil je horen. Vaker. Harder. Nog een keer. Deze wil je horen als je zonder plan in een auto stapt. Deze wil je horen omdat je van gitaren houdt. Deze wil je horen wanneer je denkt aan toen. Omdat je langs het muurtje loopt waar ‘you first kissed her against’. Hoe kun je het vergeten?
Or was it over there?
Did it ever matter in the first place?
Does she still think about it now and then?
Deze wil je horen in een zomerse nacht, op een strand. Deze wil je horen als een vergadering te lang duurt. Deze wil je horen als er langzaam een beetje paniek in je kruipt. Als je je realiseert dat je wat verloren hebt. Deze wil je horen als de bandjes van je racefiets zoeven over het asfalt van een dijk. Deze wil je horen tijdens een festival, als je in het gras ligt. Iemand kriebelt je met een grassprietje. Maar dat is ok. Het is goed zo. Je bent voor even niet die Air Conditioned Man. Je bent koel. Met alles.
[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=pK2usB-nCwc[/embedyt]
Andy Cook vraagt zich wat af. What’s a man, anyway? We leven in een hyper-digitaal tijdperk en zijn volop bezig met onze telefoons. Andy Cook vindt daar wat van, maar veroordeelt het niet. Op EP Modern Man (moet nog verschijnen, op 13 april om precies te zijn) beschrijft hij slechts zijn observaties. Bijvoorbeeld in liedje Swirl.
“These songs might mean something totally different to listeners than they do to me – but they mean something, and that’s what matters most. In this way, Modern Man is at once personal and made for peers in modern society. I’m writing about experiences we live every day. There’s a kid inside of us and a mirror in front, and we need to ask them both questions if we’re going to figure out who we want to be.” After all, what’s a man, anyway?“
Precies, zeg het maar.
Je zal maar callcenter medewerker zijn. No offence. Wij toetsenbordhelden praten nu eenmaal liever niet met vreemden. Spike Vincent (uit Sydney, Australië) waarschijnlijk ook niet; hij liet auto-dial en een bandje zijn werk doen en schreef ondertussen Lie In The Dust. Dat is een repetitieve stamper, zó aanstekelijk dat de zwarte tekst bijna bitterzoet wordt.
Dus het is opzwepend, rauw en doordrenkt in adrenaline. Yeah, zegt dan ons testosteron. Maar die woorden. En waar ze over gaan. Want het gaat over de angst om dood te gaan (zonder iets te hebben bereikt, zonder een liefde te hebben gevonden, zonder dromen te hebben waargemaakt) én over de wens om dood te gaan als je je alleen, verloren en depressief voelt. Ja, Spike had een gebroken hart toen hij dit schreef. Spike schreef het van zich af.
‘All I had was my records, a mattress and a pile of dust in the corner. Brushed aside, abject, unwanted (…) I wanted to become dust, or as it came to be, Lie In The Dust.’
Donovan Woods is “Canada’s answer to Paul Simon except taller and not as good.” Oke, dat is een geintje op z’n Facebookpagina, maar goed is Woods zeker wel. Bewijsmateriaal nodig? Check nieuwe single ‘Burn That Bridge’.
Het liedje, te vinden op aankomende plaat Both Ways, gaat over “falling in love with your friend and that early-relationship feeling that, suddenly, clearly, you’re never going to need anyone else ever again.” Woods wist al snel dat hij er een homostel centraal in wilde zetten, ook in de videoclip. Aan Billboard vertelde hij onlangs dat de moeizame acceptatie van homoseksualiteit in Amerika, en iets specifieker in de countrymuziek, hem aan het hart gaat:
“There’s a lot of artists whose public persona still does not match their private feelings about a lot of things, and that’s big time in country music. And I suppose that’s in a lot of genres, I think people are still afraid to sort of express their real opinions outwardly for fear of losing fans. (…) So it’s frustrating to watch, sometimes. I think there’s progress, but it’s too slow.”
Inspiratie voor Both Ways, z’n 5e album in 9 jaar, vond de Canadese singer/songwriter in het werk van dichter Bronwyn Wallace (1945-1989) en schrijvers Richard Ford (1944) and Alice Munro (1931).“The writing I have always liked, is about things that are indicative of a world but not the entire world. I’m inspired by writing that lead you into the room and then leave you to fill in the details,” aldus Woods.
Daar houden we dus van: een singer/songwriter met een goed verhaal.