Justin -Bon Iver- Vernon en The National liggen elkaar wel. Staan weleens samen op een podium. Nieuw in die samenwerking is Big Red Machine, een project van Vernon en The National gitarist / muzieknerd Aaron Dessner. In 2009 leverden ze voor de verzamelaar Dark Was The Night al een liedje met die titel aan, maar nu komt er deze zomer dan echt een debuutalbum aan onder de bandnaam Big Red Machine. Die schijf zal 10 nummers tellen, de eerste vier vind je al online op alle streaming platformen: Lyla, Gratitude, Forrest Green en Hymonostic. En mensen, die zijn prachtig (pro-tip: luister ze op een koptelefoon). Of zoals Justin zingt in het hypnotische Gratitude: “Well, we better not fuck this up.”
Dit zal weleens een plaat voor hoog in de albumjaarlijstjes kunnen gaan worden…
Tag: <span>The National</span>
Het wordt in de stukje geografisch wat ingewikkeld, alvast sorry daarvoor. Of The Valley (Brian DellaValle) komt uit Canada en bracht onlangs liedje Italy uit op het Duitse label Backseat. Ben je er nog? Wat je in ieder geval moet onthouden is dat we een soort The National / Bon Iver / Patrick Watson vibe krijgen bij Italy. Over het liedje vertelt hij:
“Italy is a voyeuristic slice into a moment between two people. Beauty in such situations can certainly be found between those two, but also between the lines. When something important comes apart, it takes courage and time to find if you can build it back again.”
Het zou niet onze eerste keuze zijn voor een bandnaam, Disgusting Beauty. Maar eerlijk is eerlijk, de nadruk ligt op beauty. Liedje Half of Me is een The Doors (Crawling King Snake?) meets Matt Berninger-achtig avontuur. Donker, melancholisch, en ook een beetje romantisch. De mannen komen uit Berlijn, dus we hebben goede hoop ze dit jaar eens in Nederland te kunnen verwelkomen. Live, met visuals, lijkt het ons namelijk helemaal te gek.
“A song about finding love, and being open to it.” Zo op het eerste oog klinkt dat niet enorm uniek. Toch moeten we bekennen dat we Stand Up and Say No en liedje An Informal Go nu best al een paar keer achter elkaar hebben gedraaid. Qua sfeer komt het volgens ons in de buurt van NO (aka Black English). En dat lijkt weer op ome Matt (The National). Zodat je een idee hebt van de sfeer.
En misschien wordt het nog wel extra bijzonder wanneer we vertellen dat Andrew Nault (de man achter Stand Up and Say No) een tijdje terug helemaal klaar was met de muziek. Hij verkocht zelfs al zijn spullen (letterlijk, alles!) om meer tijd bij en met zijn familie te kunnen doorbrengen. Een plotselinge publishing-deal voor wat werk dat hij ooit als componist maakte deed hem toch weer besluiten wat spullen aan te schaffen en een project te starten. En daar zijn we blij mee, want An Informal Go is een heerlijk liedje.
The Halo Trees, uit Berlijn, maakt naar eigen zeggen indie rock met een melancholische vibe. En hoe! Op liedje Time And Tide Wait For No Man horen we Editors, Joy Division en Nick Cave. Maar bovenal Matt Berninger. Twee weken geleden verscheen de debuut EP en een langspeler zou zelfs al in de maak zijn.
The Halo Trees is het project van Sascha Blach. In 2016 vond hij dat hij een steady band neer moest zetten, meer dan een project. Waarom? De jaren daarvoor had hij al omzwervingen gemaakt naar metal, prog rock, pop en electronica. Dat was allemaal leuk, maar niet toekomst bestendig. Fijne beslissing, want daaruit volgde The Halo Trees en dit prachtige liedje.
Eenvoudig ging dat trouwens niet. Sascha heeft meer dan twee jaar gewerkt voordat de sound was zoals hij hem wilde hebben. Maar nu is de tijd rijp voor The Halo Trees.
Nieuw bandje uit het altijd hippe Brooklyn tippen? Komt-ie: check Hypoluxo eens. Met Taste Buds is er sinds een paar maandjes een fijn EP’tje uit, ‘Nevada‘ is ons favo liedje.
“Sort of funny.” Met die drie woorden omschrijft het kwartet op Facebook hun genre. Dat zegt wel wat over hun kijk op het in hokjes denken, maar niet zoveel over hun sound. Maar goed, daar zijn we dan voor. Om de Brooklyn connectie levend te houden, kun je een beetje denken aan The National, ten tijde van hun “shaky” debuut (16 jaar oud alweer). Iets recenter en meer hoorbaarder: Quiet Hollers en (op andere tracks dan de hier uitgelichte) Real Estate. En vooruit, misschien een beetje Joy Division. Indie jingle / jangle postpunk dus. Zo, lekker hokje gebouwd. Koffie?
Dat we fan zijn van Dan Michaelson, dat wisten jullie al een tijdje. 3,5 jaar geleden verdronken we al in zijn stem. De zanger van The National aan de haal met de donkerste liedjes van Nick Cave, zeiden we toen. Sinds die tijd bracht hij met Memory en Distance nog twee prachtige platen / EP’s uit. En altijd die prachtige, diepe stem en droevige liedjes. Zo ook Old Kisses, zijn nieuwste meesterwerk. Met strijkers dit keer!
Over First Kisses zegt Dan: “..imagine a place where every intimate moment is made material and we are surrounded by the debris of our emotion”. En daarom kunnen wij niet wachten op 8 december. Dan verschijnt er een nieuwe plaat, First Light. En dat album wordt het eerste zonder zijn band The Coastguards. En man, dat belooft een plaat te worden zeg:
Album opener ‘Careless’ evokes the sparse, haunted landscape of Townes Van Zandt’s ‘Kathleen’, the languid ‘Someone Else’s Dream’ recalls Lee Hazelwood’s lazy drawl, ‘Old Kisses’ is indebted to the intimate reflection of Leonard Cohen and ‘Don’t Let It Pass’ summons the melodic build of ‘Bryter Layter’ period Nick Drake. Recorded over three weeks at The Premises Studios in London, ‘First Light’ features eight violins, four violas, two cellos, two double basses and the odd flash of trombone, all constantly shifting above, below and either side of Michaelson’s staple vocal style.
Fountaineer komt uit Australië. Natuurlijk komen ze uit Australië, want op de een of andere manier komen daar de laatste tijd fijne new wave achtige bands vandaag (zoals City Calm Down). Van debuutplaat Greater City, Greater Love springt single ‘The Cricketers’ er meteen uit met z’n The National / Joy Division drumbeat, spannende synths en stuwende baslijn.
Het liedje gaat natuurlijk niet over cricket, vertellen ze. “It’s about adolescence, relationships, and mateship. It’s about arriving at a crossroads and trying to find your place in a town amongst people you’ve known your whole life.” Maar waarom dan wel die titel? Het is vernoemd naar het schilderij ‘The Cricketers’ van Russell Drysdale. “It’s such a haunting and beguiling image, and really dramatises life in a regional town,” aldus de band in een interview bij de buren van Pilerats.
Goed, wie haalt ze naar Nederland?