Tag: <span>Teenage Fanclub</span>

Zo’n drie jaar geleden dropte Swimming Tapes, uit Londen, een eerste single. Daarna volgden twee ep’tjes en nog een paar singles, waarvan Passing Ships zowel gloedje nieuw als een tweede voorproefje, na het eveneens sterke Pyrenees, van een 24 mei verschijnende debuutplaat genaamd Morningside is. Sterker nog, Passing Ships zal de opener van dat schijfje zijn. Jawel, u hoort het hier allemaal als eerste.
Wij vielen meteen voor hun sound, dat in het verlengde ligt van een classic indie rockband als Teenage Fanclub (overigens ook onlangs een prima single uitgebracht – Everything Is Falling Apart) en ook wel doet denken aan Real Estate. Melodieuze gitaren en een relaxte vibe dus. Kom maar op met dat debuut.

Nieuwe muziek

De reprimande van onze hoofdredacteur (die wij toch al niet zo serieus nemen) nemen we voor lief: Everything Is Off van Billy & Dolly (een duo, ja) is niet zo nieuw meer. Maar te mooi om hem niet te laten horen.

Billy en Dolly zijn Bill Rousseau en Dahlia Gallin Ramirez uit San Francisco. Everything Is Off staat op het album Five Suns dat in juni verscheen en waarvoor ze ’three main items on their agenda’ hadden: ‘loud guitars, dirty keyboards, and the end of the world.’

Nieuwe muziek

Vijf vrienden uit Los Angeles. Eentje is een meubelontwerper. Een andere een journalist. Eentje was bassist in prima band The Pains Of Being Pure At Heart en zingt nu. Weer een ander is designer en dan is er ook nog een visual artist. Samen heten ze Massage, en elke maandag maken ze plezier met liedjes van hun helden, zoals the Feelies, the Go-Betweens, Twerps, Sarah Records en Flying Nun.

En ze schrijven eigen liedjes. En die liedjes werden een plaat: Oh Boy. Uiteraard in eigen beheer uitgegeven, want als het aan Massage ligt, hoeft het allemaal niet zo nodig. Uit het persbericht: “Massage is like a band of thirtysomethings playing in a suburban garage, only better. Massage is like a band of teenagers playing in a suburban garage, only worse.” 

Eerste single is de titeltrack, Oh Boy. Hun poging “to capture this easy alchemy on tape—the strange magic of a bunch of amateurs coming together, finding their own wavelength and making something out of nothing.” En dat lukt wonderwel. Het plezier is voelbaar. Ongedwongen wegdrijven. Volgens Gabi, die in harmonie met Andrew zingt, is het liedje “a portrait of domestic quotidian, presented without judgment, that in the end speak to longing and inspire melancholy.”

Een plaat als een heerlijk briesje in warme tijden. Op repeat die handel.

Nieuwe muziek

Liedjes met twee titels; daar houden wij wel van. En we vinden het ook tof dat een studio-projectje uit Hamburg zijn songs uitbrengt op Mondo Canapé Records, een redelijk obscuur Spaans label. En ook leuk; al die pop pareltjes worden binnen een avond opgenomen. Zo lang er wijn en sigaretten zijn. Good Golly Goo dus ook. Dat is eigenlijk nauwelijks te geloven want het zit verdraaid goed en doordacht in elkaar. Dit is indie pop zoals het bedoeld is. Denken we. Dit is The Catherines. Dit is Heiko Schneider.

En wat ook opvalt zijn de extreem geestige songtitles van ander werk. Zoals ‘Sorry, But Your Suicide Note Is Really Funny‘ en ‘Is Your BigMouth Girlfriend Really So Charming?‘ (jullie snappen de verwijzingen wel hè) en ‘If You’ll Come Back You’ll Know What’s In The Fridge‘. En wat ook opvalt is dat het allemaal prima klinkt. Een beetje vluchtige jaren ’60-pop met sprankelende gitaren. Waarom hoorden we niet eerder van The Catherines? Of zijn wij de enigen? Kan hoor. Het is namelijk niet dat Good Golly Goo nieuw is. Dit juweeltje stond al in 2017 op Bandcamp. Maar nu is daar dus het album waar ie op mag staan.

Naar eigen zeggen duurde het zo’n drie volle avonden om het album te schrijven en te produceren. En toch was Heiko bang dat de sound overgeproduceerd zou klinken … Dat is de juiste attitude, Heiko! Maar don’t worry. Good Golly Goo – I Never Thought That I Could Love Someone As Much As I Love You klinkt precies goed.

Nieuwe muziek

Vijf jaar na hun prima debuut The Brave And The Blue, kwam het uit Alabama afkomstige Belle Adair begin 2018 terug met een heerlijke opvolger: Tuscumbia. Geweldige single ‘Get Away’ opent niet alleen die in de beroemde FAME studio in Muscle Shoals opgenomen plaat, maar zet ook meteen de toon en laat er geen twijfel over mogelijk dat Teenage Fanclub, Big Star en The Byrds in de kast staan bij de band. Grootste verschil met de eerste worp: Tuscumbia is een echte bandplaat geworden. “On the last record, I was just sitting there with my acoustic guitar and not even thinking about how the songs might be recorded, but this time I was really able to write to the strengths of the other guys,” vertelt frontman Matthew Green.

De bandleden van Belle Adair hebben in die 5 jaar afwezigheid zeker niet stilgezeten. Green ging eerst mee op tour in de band van Dylan LeBlanc (“I quit my day job and went on the road with him”), daarna met Belle Adair als begeleidingsband van Alabama legende Donnie Fritts, om vervolgens nog eens anderhalf jaar door te reizen als band voor John Paul White van The Civil Wars. Vlieguren maken, noemen we dat.

Enkele nummers op Tuscumbia, vernoemd naar de plaats waar Green is opgegroeid, gaan dan ook over continu van huis zijn. “It always takes time when you get back home to feel normal,” zegt Green, “but as soon as you feel normal, it’s time to leave again. It can be hard to feel balanced because you can’t always just hop right back into life, and these songs deal with trying to navigate through that with someone else and be honest about the process.”

Meer eerlijkheid op het album door de vele vragen die Green stelt, zonder ze echt proberen te beantwoorden. Hij vermoedt dat het een manier was om alle aankomenden veranderingen in z’n leven (hij stond op het punt te gaan trouwen) te verwerken. “I think I was working through the fear and anxiety and, God forbid, happiness, that came with it,” aldus de frontman.

Het sterke ‘Get Away’ begon als een oefening, vertelt Green aan Paste Magazine. Of het mogelijk zou zijn om een instrumentaal refrein te kunnen schrijven. Het werd iets compleet anders toen ze het gingen repeteren voor de nieuwe plaat. “The song came quickly and fully formed, and immediately, it felt like a deep dive into fresh musical territory for the band,” legt Green uit. En daar gaat het liedje ook over, benadrukt hij: “Letting go of your anxieties and personal hangups and putting yourself on the line for someone else, regardless of your prospects for success or failure.”

Topplaat.

Nieuwe muziek

Soms kan het zo simpel zijn. Dan luister je gewoon goed naar wat je omgeving je te bieden heeft en schrijf je in die stijl een puntgaaf, conventioneel popliedje. Zoals The Beatles dat ook ooit deden. Niet dat we deze jonge honden met The Beatles vergelijken. O nee. Laten we dat vooral niet doen (want dat slaat nergens op). Maar The Pooches gaan wel iets moois uitbrengen. Zeker weten.

De Schotse band (uit Glasgow dus) tekende onlangs een papiertje bij Lame-O Records uit Philadelphia. Bij dat label wordt binnenkort het EP-tje Heart Attack uitgebracht. Een debuut is het niet; in 2013 verscheen al ‘Smoochin’ with the Pooches’, 18 nummers, opgenomen na een succesvolle Kickstarter-campagne. Toen was het nog wat meer lo-fi, getuige ook het nummer ‘Reuben’ dat dan weer op een sampler van GoldMoldRecords staat.

Denk ook aan Squeeze, The Pastels (ook Glasgow) en Big Star. Iemand zei zelfs ‘Julian Casablancas fronting The Beach Boys’. Maar dat horen wij dan weer niet. Hoe dan ook; popmuziek in de puurste zin van het woord. Dat ligt ons wel.

Nieuwe muziek

Uit Schotland komt het veelbelovende geluid van Tuff Love. Onlangs verscheen met Dregs een derde EP’je. In januari 2016 komt er een compilatie met een selectie van de beste songs van de al reeds verschenen EP’tjes. Op de eerste echte full length moeten we nog even wachten: die komt in het najaar van 2016.

Goed, Tuff Love dus. Een duo bestaande uit Julie Eisenstein en Suse Bear, waarover The Guardian reeds schreef: “A band to fall in love with.” Hun sound? Energieke, melodieuze gitaarpop liedjes met galmende / dromende samenzang. Of zoals omschreven wordt in het ons toegestuurde bio’tje:

They come from Glasgow and they write dazzling, sun-streaked guitar pop songs with mesmerising lyrics, heart-wrenching vocals and dreamy melodies like the sound of pure summer.

Over zomer gesproken: die van de dames mocht er zijn, want ze waren mee op tour met schoegaze legendes Ride en deden ook nog even het voorprogramma van Paolo Nutini. Festivals? Ook op het tourschema. Schrijf even mee, we noemen er gewoon drie: Glastonbury, T-In The Park en Lattitude.

Inderdaad, dan ben je lekker bezig. Van het EP’tje Dregs mag liedje Duke het proberen als single. “It’s about roots and growth,” aldus de band. En waarom ook niet.


Foto: David P Scott

Nieuwe muziek

Liverpool is een goede plaats om vandaan te komen als band. Hooton Tennis Club staat wat dat betreft dan al met 1-0 voor. Als je dan ook nog met een fijne kneiter als ‘Jasper‘ komt, draait ons scorebord overuren.

Het is hun debuutsingle, geproduceerd door Bill Ryder Jones van The Coral, die de tennisjongens voor de opnames meenam naar het huis van zijn moeder. En waarom ook niet. Een platencontract is inmiddels getekend bij het prima label Heavenly (oa Mark Lanegan, Temples, The Head And The Heart…) waarmee we kunnen spreken van een veelbelovende start voor Hooton Tennis Club.

Om af te ronden een mooie quote van Alexis Petridis, muziekjournalist van de Guardian: “What sounds like a lyrical eulogy to a late friend set to lovely, languid, vaguely Teenage Fanclubbish music.”

We hadden het niet beter kunnen zeggen, dus we proberen het niet eens. Maestro, muziek:


Nieuwe muziek