Tag: <span>Car Seat Headrest</span>

Eigenlijk zijn wij net parelvissers. Ja. Noem ons maar parelvissers. Zie ons met van die donkerblauwe kabeltruien, smoezelige petten en ruik ons: we stinken een beetje. Maar soms krijgen we een pareltje toegeworpen. Gewoon zo maar. Dan zitten we aan ons bureau, gecoiffeerd, gesoigneerd en welriekend en dan vinden we plots een linkje in de geheime mailbox, een linkje naar een album van Levi Noah op Bandcamp en daarop staat dan het prachtige Hospital Eye. En dat vinden we heel fijn. Niet alleen omdat we lui zijn, maar ook omdat er verdomd veel water is om in te vissen.

Levi Noah dus. Net zeventien is dit knakkertje uit Arnhem (echte naam Noah Baan) en internet (en een handjevol mensen, denken wij) is nu al verblijd met vier albums en vier ep’s vol spannende ik-doe-het-lekker-zelf-lo-fi-slaapkamer-pop. Van internationale allure. Vinden wij. En zijn laatste album Please Be Quiet is, tja, gewoon een pareltje. Van Death Star tot Castle. Het is piepklein en breekbaar (als Nick Drake soms) tot snerpend rauw (als Ben Gregory van Blaenavon soms) en intens alsof het uit de tenen komt (als Jeff Buckley soms) en dat alles komt eigenlijk perfect samen in Hospital Eye.

‘Hou dit gastje in de gaten’, waren de enige woorden in het mailtje bij dat linkje. Nou en of. Dat zou iedere muziekliefhebber moeten doen. Want we gaan écht nog van Levi Noah horen. Misschien in november al. Maar verwar hem niet met het Duitse popsterretje Noah Levi. Dat zou echt bijzonder jammer zijn. Dit is Levi Noah. Levi Noah. LEVI NOAH. Onthoud die naam (en luister dat album).

Nieuwe muziek

Uit het Amerikaanse stadje Middlebury (Vermont) komt het het indie art-rockgeluid van The Giant Peach. Eind april verscheen hun eerste plaat: Pulling Teeth.

Met bandleden die qua muzikale scholing uit verschillende genre’s komen (folk, blues en jazz), vonden ze elkaar bij The Giant Peach vooral als liefhebbers van verhalende liedjes over, zoals ze zelf zeggen, “stubborn love, mistakes, and repeated carelessness with a cutting honesty and an unexpected joy”. Geen wereldschokkend of vernieuwende invalshoeken dus, maar het levert wel prima liedjes op, zoals het explosieve ‘Over Again‘, het intieme ‘Used‘ en het prachtige ‘Giving Up‘.

“It’s a collection of songs that I wrote over the course of my first relationship and at its end,” vertelt frontman Harrison Wood Hisang over het album. “There’s a lot of doubt in these songs — questioning your past wants and actions, questioning your beliefs as your overturn them one by one by letting people down and being let down, and ultimately questioning the kind of person that you are.”

Mooi.


Nieuwe muziek

Een paar maandjes is I’m Bad Now nu uit, het nieuwe album van het Nap Eyes. Een fijn plaatje weer, van misschien wel de beste band van het schiereiland Nova Scotia, durven wij wel te stemmen. Hun bio’tje is te mooi om niet uit te knippen en plakken:

“Nap Eyes makes crooked, literate guitar pop refracted through the gray Nova Scotian rain. Their songs are equal parts shambling and sophisticated, with one eye on the dirt and one trained on the starry firmament, inhabiting a skewed world where odes to NASA, brain protein aggregation, and the Earth’s magnetic field coexist easily with lyrics about insomnia, self-reproach, and drinking too much.”

Ja, lees dat nog maar een keertje. Afijn, het Lou Reed-eque ‘Everytime The Feeling’ is de opener van de nieuwe plaat en meteen een hoogtepuntje. Je kunt heel uitgebreid en literair lullen over deze plaat, maar misschien moet je ‘m gewoon eens een rondje geven. Doen wij ook.

Nieuwe muziek

Volgende maand verschijnt met Teens Of Denial een nieuw album van Car Seat Headrest, het project rondom Will Toledo. Het wordt in het bio’tje op z’n website “his first real studio album with an actual band” genoemd. Single Drunk Drivers / Killer Whales draait reeds overuren op onze stereo.

Toledo is een druk baasje. In 2010 bracht hij in eigen beheer zes releases uit en in de jaren daarna nog eens zes. In 2015 werd het beste uit die 12 releases verzameld op Teens of Style, zijn debuut op het kwaliteitslabel Matador records. (Merge Records had hem daarvoor al afgewezen, waarop Toledo prompt een liedje schreef met de fijne titel ‘Fuck Merge Records’.)

Afijn, Teens of Style werd positief ontvangen op de blogs, maar ook bij dinosaurus Rolling Stone Magazine, die ‘m op nummer 30 zette in hun lijst met beste albums van het jaar.

Nieuwe plaat Teens Of Denial verlaat de lo-fi van haar voorganger(s) en gaat meer de indie-rock kant op, met knipogen naar The Cars, Pavement en Wire. Dat is goed te horen op single ‘Drunk Drivers / Killer Whales’. Een liedje dat, zoals Toledo vertelt, verhaalt over “post-party melancholia. Wishing to either be a better person or care less about the whole deal. Going home alone, in poor condition.” En wat zijn die killer whales dan? “That bit is inspired by Blackfish, which is a depressing film.”

Akkoord.


Nieuwe muziek