Grote stad
In een telefooncel, op de hoek van Beethoven en Bach, belde ik naar huis. De avond was gevallen en ik bevond mij in een slechte buurt. Ik keek schichtig om mij heen, hoorn in mijn hand, hand op mijn portemonnee. De grote stad. Het was allemaal al erg genoeg.
Ik logeerde vier dagen, drie hoog, op een onbekend adres. Er stond iets te beginnen en de slaap kon ik maar niet vatten. Diep in de nacht hoorde ik onheilspellende geluiden onder het raam. Katten. Of mensen. Spelend, vechtend. Er was ooit iemand neergestoken hier.
My cats fight
And play all night
And drive me crazy
De laatste dag belde ik weer. Een huisdier was tijdens mijn afwezigheid doodgegaan. Maar dat deed mij niet zo veel. Afscheid nemen deed ik inmiddels op routine. Ik woonde nu in de grote stad. En het was allemaal al erg genoeg.
Time went by
The old ones died
So we got new ones
(Die foto op het album Boxer. Die is dus genomen tijdens de bruiloft van Peter Katis. Dat is een vriend van The National en sinds lange tijd co-producer van de band. Peter heeft met zijn broer ook een eigen band: The Philistines Jr. En met die band maakte hij het geprezen album If a Band Plays in the Woods…?. In 2011 werd dit album nog eens opgenomen (If a Lot of Bands Play in the Woods…?), maar nu door veel toffe bands waarmee Peter heeft samengewerkt. Dat zijn er nogal wat. Frightened Rabbit, Tapes ’n Tapes, Mercury Rev, We Were Promised Jetpacks. En ook Tjeerd Bomhof (Dazzled Kid) mocht een liedje doen.
Mooiste cover is echter die van The National. Twenty Miles to NH (Part 2) gaat over niets meer dan katten die spelen, vechten en dood gaan. Dat is alles. Toch denk ik dan weer aan een einde en een begin en dingen die je afsluit omdat dat soms nu eenmaal moet. Omdat je verder moet. Omdat er iets nieuws staat te beginnen. Ook al wil je dat misschien helemaal niet.)