Schooldag, 1995
Ik sloot mijn ogen en liet de achterkant van mijn hoofd rusten tegen het ingelijste gedicht van Piet Paaltjens. Het was midden jaren ‘90 en ik kon in dat klaslokaal alleen maar dromen, over grootse daden en de mooiste woorden. (Mijn wapens.)
Des armes, des chouettes, des brillantes
Nicole zei dat ik er nooit echt bij was. Met mijn gedachten. En dat ik nooit duidelijkheid gaf. Ook niet toen ik haar zoende, in de pauze, op de trap. En dat ik moest luisteren naar alles of niets. Het was toevallig een favoriet van haar. Maar dat veranderde niks. (Nog niet.)
Dans les yeux, dans le coeur, dans les bras d’une femme,
Qu’on garde au fond de soi comme on garde un mystère
Tijdens het tussenuur, in het café, haalde Luuk zijn zware shag tevoorschijn. Ik had net besloten met roken te beginnen, dus ik knikte hem gretig toe. Alles of niets. Stak hem in brand. Haalde de trekker over. (En hoestte hard.)
Des armes, des armes, des armes,
Et des poètes de service à la gâchette
(Bertrand Cantat, zanger van Noir Désir, sloeg in 2003 zijn vriendin dood in een Litouws hotel. Terwijl een goed jaar eerder het album Des Visages des Figures de band op de rand van een internationale doorbraak had gebracht.
Maar laten we het over Léo Ferré hebben; een dichter, een chansonnier en schrijver van Des Armes. De onbelichte parel op dat album van Noir Désir. In het gedicht (1969) vergelijkt hij, hoewel niet expliciet, woorden met wapens. En er is meer. De aarde is blauw, de omhelzing van een vrouw en een laatste sigaret. Ik weet het niet precies, maar het voelt als een schooldag in 1995.)