Als het gaat om elektronische muziek, ben ik doorgaans goed op de hoogte van wat er speelt. Het leidt tot de aanschaf van diverse releases. Neu, Kraftwerk, Cluster, Klaus Schulze, Harmonia, Tangerine Dream en vele anderen. Als ik in de platenzaak een opvallend verpakte release zie staan van een band die Elektronische Musik Aus Köln heet, begin ik te twijfelen.
Categorie: <span>Specials</span>
De laatste weken luister ik weer opvallend veel naar Wolfsheim. Het ontdekken van deze Duitse band was aan het eind van de vorige eeuw een aangename verrassing voor me. Terwijl ik zit te kijken naar een registratie van het Bizarre Festival bij Rockpalast wordt Wolfsheim aangekondigd. Het verrassende aan hun optreden is de extra muzikale begeleiding door een strijkkwartet, inclusief cello. Ondanks dat, hoor je aan alles dat de basis van hun muziek duidelijk elektronisch getint is.
Ken jij The Call niet? Terugkomend van een optreden van Sivert Høyem, wordt het 10 jaar geleden bijna gezegd alsof er water in brand staat. En dat allemaal omdat ik vraag naar de herkomst van datgene wat er op dat moment uit de speakers komt. Nee. Ik ken The Call niet. Nooit van gehoord.
Veertig jaar geleden komt Sleep No More uit, het tweede album van de Engelse post-punk band The Comsat Angels. Atmosferische keyboards, venijnige gitaren, intrigerende teksten, dreunende bassen en duistere drumpatronen typeren de plaat. Voor sommige nummers zijn de drums, met een hoofdrol voor de toms, opgenomen op de vierde verdieping van de studio. Vlakbij de liftschacht, om ze hun bombastische sound te geven.
Op grond van een recensie in OOR besluit ik in 1995 The Architect van Code te kopen; een plaat die uiteindelijk bovenaan mijn Top 10 van dat jaar terechtkomt. In die tijd plakken ze er het etiketje progressive elektro op. Op zich best passend. The Architect bevat echter ook een aantal ingetogen nummers. En juist die hebben de tand des tijds het best doorstaan.
Tijdens het luisteren naar Ovations (2009), het tiende album van Piano Magic, waan ik me weer in de periode dat het 4AD-label schittert in het verkennen van onontgonnen gebied. Bands als This Mortal Coil, Cocteau Twins en Dead Can Dance worden dan groot, door atmosferische en stijlvolle muziek uit te brengen die soms als avantgardistisch wordt bestempeld.
The New Life (2013) is het tweede album van Girls Names uit Belfast. Waar het twee jaar eerder uitgekomen debuut Dead To Me garagerock mengt met elementen uit de post-punk en de pop, gaat deze opvolger veel meer richting post-punk, waarin bouwstenen uit de gothic zijn geïntegreerd. Als je beide schijven met elkaar vergelijkt, lijkt het alsof ze zichzelf opnieuw uitgevonden hebben. Vandaar wellicht de titel van deze plaat.
Vanaf de eerste seconde waan je je als luisteraar in een timewarp richting begin jaren tachtig. De galmknop is flink open gedraaid, waardoor de donkere stem van Cathal Cully uit de krochten der aarde lijkt te komen. De muziek doet je vooral denken aan Bauhaus, maar dan op een modernere manier verpakt. Gemakkelijker in het gehoor liggend. Alsof ze ook goed geluisterd hebben naar The Boxer Rebellion en The Horrors, zonder een exacte kopie te maken.
The New Life is zeker geen deprimerende plaat geworden. In Pittura Infamante en
Daar waar velen slechts schaamteloos kopiëren en mislukte pogingen ondernemen om collega’s uit vroegere generaties te eren, slaagt Girls Names daar wonderwel in. Ze klinken in eerste instantie alsof ze achtervolgd worden door het muzikale verleden, maar weten dit vervolgens op een zeer fraaie manier te verpakken waardoor ze vooral uitstralen dat er voor deze band een mooie toekomst in het verschiet ligt.
Dit artikel verscheen eerder op Luistertips
Martin Gretschmann zou je kunnen kennen van de Duitse band Notwist. Daarnaast timmert hij al heel wat jaartjes aan de weg met zijn eigen band Console. Het album Herself dateert uit 2010 en staat vol met elektro met soms wat avantgardistische neigingen. Hier en daar evolueert de sound echter ook bijna naar pop. Door de onderhuidse spanning en de subtiele soundscapes, vol van emotie, toch niet geschikt voor de charts.
Waarschijnlijk komt dat ook door de stem van Miriam Osterrieder. Monotoon en androgyn, maar prachtig passend bij de muziek die Gretschmann uit zijn apparaten haalt. Her Eyes en A Homeless Ghost illustreren dit in optima forma. Juist de combinatie van Gretschmann en Osterrieder in een wat toegankelijker kader, zorgen hier voor een prachtig resultaat.