Steven Wilson is het toonbeeld van een artiest die constant in ontwikkeling is. Stilstand is achteruitgang. Gestart als individu met Porcupine Tree, later uitgebouwd tot volwaardige band. Ook dan altijd zoekend naar vernieuwing. In eerste instantie symfonisch met daarbij passende, lange composities. Uiteindelijk uitgegroeid naar meer compactheid, waarbij er ook ruimte is voor stevige gitaren. Na The Incident (2009) is de koek daar op en gaat Wilson solo verder.
Vervolgens worden elementen uit de jazz en fusion verkend, waarna hij in 2017 de plaat maakt waarvan je wist dat hij die ooit zou gaan maken: To The Bone. Niet alleen een verrassende, maar ook een verfrissende plaat. Op het snijvlak van pop en progressive rock.
Die lijn is verder doorgetrokken op het vorige week uitgekomen The Future Bites, waarbij de elementen uit de pop worden aangevuld met elektronica. Maar nog steeds herkenbaar als Steven Wilson. De melodie staat altijd centraal, incidenteel aangevuld met dat kenmerkende sausje van melancholie. Dit keer balancerend tussen extravagant en ingetogen.
In laatstgenoemde categorie valt afsluiter Count Of Unease op, dat nog het dichtst in de buurt komt van het geluid van Porcupine Tree. Het stuiterende Personal Shopper roept in de verte herinneringen op aan Voyage 34, een van zijn eerste releases. De delay op gitaar is nu vervangen door een sequencer.
De rest van de plaat bestaat uit allerlei elementen uit het muzikale DNA van Steven Wilson. Waar hij in het verleden met samenwerkingsverbanden als No-Man en Blackfield andere genres verkent, zijn deze stijlen nu allemaal vertegenwoordigd op The Future Bites. Hierdoor levert Steven Wilson een hem kenmerkende plaat op, die dwars door alle hokjes breekt waar je hem in zou willen positioneren.
Dit bericht verscheen eerder op Luistertips
Foto: Naama Kostiner