Dankzij de mixtape van het label Blackest Ever Black ontdekte ik, dertig jaar na dato, alsnog de Britse band The Lines. In de overkill aan releases in het genre van de post-punk is deze groep waarschijnlijk in die tijd aan mijn aandacht ontsnapt. Onterecht, blijkt nu. Hun muziek past namelijk helemaal in het rijtje van andere obscure bands die ik dan ontdek, zoals Sammie America’s MAM, Medium Medium, Play Dead en Neon.
Auteur: <span>Luistertips</span>
Op een vrijdagavond in het najaar van 1995 lees ik de recensies van nieuwe platen in de OOR. Tussen de stortvloed van nieuwe releases valt er een in het bijzonder op; Heartworm van Whipping Boy. Ondanks het feit dat ik nog nooit van de band heb gehoord, blijkt uit de tekst dat dit weleens een heel mooi album zou kunnen zijn. Ik neem me voor om deze band in de gaten te houden.
Amper drie weken later zie ik in de TV-gids dat Jools Holland in zijn muziekprogramma aandacht zal besteden aan Whipping Boy. Ik besluit om het programma op te nemen. Terwijl ik ‘s morgens de uitzending bekijk, zit ik al snel op het puntje van mijn stoel. Deze Ierse band blijkt het aangename van de donkere jaren tachtig te combineren met arrangementen die soms wel iets weg hebben van The Blue Nile, maar dan minder abstract en minder elektronisch. Subtiele akkoorden op gitaar worden hier en daar ondersteund door keyboards en strijkers. Bij tijd en wijlen zwellen de gitaren aan tot schurende muren van geluid, waardoor de composities van extra dynamiek worden voorzien. Doorrookte vocalen maken de ervaring compleet.
Velen zullen bij Jean-Michel Jarre meteen denken aan de gemakkelijk in het gehoor liggende elektronische muziek, waarmee hij vaak hoog in de hitlijsten weet te belanden. Daarmee doe je hem tekort. Los van het feit dat de singles niet altijd representatief zijn voor zijn platen, bevat de carrière van Jarre ook momenten dat hij juist het experiment opzoekt. In 1984 verrast hij vriend en vijand met Zoolook, een album met elektronisch bewerkte samples van menselijke stemmen uit meer dan twintig talen. In 1990 experimenteert hij op Waiting For Cousteau voor het eerst op overtuigende wijze met Ambient. En nu is er Amazônia.
Amazônia is de soundtrack bij de expositie van filmmaker en fotograaf Sebastião Salgado, die zes jaar lang door het Amazonegebied in Brazilië reisde. Met als doel om zowel het bos, de rivieren, de bergen als de mensen die er wonen vast te leggen. Het resultaat bestaat uit meer dan 200 foto’s en overige media.
Als er een plaat is die het verdient om massaal herontdekt te worden, dan is het wel het debuut van MAM. Ooit al eens door Fonos rechtstreeks vanaf vinyl op een digitale schijf geperst, maar pas sinds een aantal jaren verkrijgbaar via iTunes en te beluisteren op Spotify.
Mijn gedachten gaan terug naar de jaren 80. Ik zit op mijn zolderkamer met de cassetterecorder in de aanslag, om het geplande concert van T.C. Matic op te nemen. Als de presentator aankondigt dat het optreden niet doorgaat, maakt teleurstelling zich van me meester. Een onbekende groep uit Tilburg is bereid gevonden om de Belgen te vervangen. Nadat MAM is geïntroduceerd, neemt het gemor langzaam maar zeker af. De band staat echter voor de bijna onmogelijke opgave om T.C. Matic te doen vergeten. Een overdonderende stilte illustreert de frustratie van het publiek.
In de tijd dat internet nog niet bestaat, ben ik voor mijn muziekvernieuwing afhankelijk van tijdschriften en tips van vrienden. Om mijn horizon te verbreden, luister ik daarnaast vaak naar optredens op de radio. Die avond wordt er een concert van het Zweedse Twice A Man uitgezonden. Het wordt een kennismaking die me tot nu toe nog steeds met de band verbindt. Het integraal uitgevoerde The Sound Of A Goat In A Room laat een verpletterende indruk achter.
Via het label Xenophone lukt het me om de release te bemachtigen. Oorspronkelijk alleen uitgebracht op cassette, jaren later wordt het album pas digitaal uitgebracht. In 1983 is het hun tweede release. In de hoogtijdagen van de postpunk en elektro valt dit werk op doordat ze aspecten van beide muziekstromingen met elkaar weten te verbinden.
Velen zullen bij Jean-Michel Jarre meteen denken aan de gemakkelijk in het gehoor liggende elektronische muziek, waarmee hij vaak hoog in de hitlijsten weet te belanden. Daarmee doe je hem tekort. Los van het feit dat de singles niet altijd representatief zijn voor z’n platen, bevat de carrière van Jarre ook momenten dat hij juist het experiment opzoekt. Zo verrast hij in 1990 vriend en vijand met zijn eerbetoon aan Jacques Cousteau, waarop hij voor het eerst op een zeer overtuigende manier pioniert met ambient. En in 2002 brengt hij Sessions 2000 uit, waarop hij flirt met jazz en gebruikt hij vooral akoestische instrumenten.
Het begint echter allemaal in 1984 met Zoolook. Op deze plaat hoor je elektronisch bewerkte samples van menselijke stemmen uit meer dan twintig talen. Deze fragmenten zijn zo gemodificeerd en aan elkaar geplakt, dat zij verantwoordelijk worden voor de melodie in de muziek.
Leden van Slowdive, The Flaming Lips, The Soft Cavalry en Casket Girls vormen de nieuwe band Beachy Head. Vernoemd naar de hoogste kalkrots van Engeland in East Sussex. Beroemd vanwege het mooie uitzicht. Berucht als zelfmoordlocatie. Op 30 april komt het titelloze debuut van ze uit.
Eerder stond 2019 in het teken van een pauze voor de Britse shoegazeband Slowdive. Zangeres Rachel Goswell gebruikte die tijd om samen met echtgenoot Steve Clarke het debuut van The Soft Cavalry op te nemen. Gitarist Christian Savill ging zelf weer eens muziek schrijven, zoals hij eerder al deed met Sean Hewson onder de naam Monster Movie. Deze keer besluit hij echter de eerste resultaten te delen met goede vrienden Steve Clarke en Ryan Graveface van The Casket Girls. Laatstgenoemde beheert tevens het label Graveface Records.
Clarke en Graveface kleden de demo’s van Savill verder aan in de studio in Savannah. Matt Duckworth van Flaming Lips wordt gevraagd voor de drumpartijen, waarna Clarke de eerste vocalen toevoegt. Ondertussen wordt de band geconfronteerd met de periode van lockdowns, waardoor er noodgedwongen op afstand met elkaar wordt samengewerkt. Als laatste worden de zangpartijen van Rachel Goswell toegevoegd.
Destroy Us is de eerste single. Het lijkt erop dat de band hiermee een brug slaat tussen de muziek van Slowdive en The Soft Cavalry. Ervan uitgaande dat de overige zeven nummers op dit album van vergelijkbaar niveau zijn, kan Beachy Head wel weer eens een onverwachte kandidaat voor mijn jaarlijst worden. Net als The Soft Cavalry dat in 2019 was. Die plaat belandde uiteindelijk zelfs op de eerste plaats in mijn Top 10.
Peter Hammill vergaart in eerste instantie vooral bekendheid met de progressieve rockband Van der Graaf Generator, in de jaren zestig en zeventig. Daarnaast weet hij als soloartiest ook een indrukwekkend oeuvre op te bouwen. Zo werkt hij vanaf begin jaren zeventig samen met Chris Judge Smith aan een opera, gebaseerd op het korte verhaal The Fall Of The House Of Usher van Edgar Allen Poe uit 1839. Een eerste versie wordt in 1991 uitgebracht, waarbij er gastrollen zijn voor Herbert Grönemeyer, Lene Lovich, Sarah Jane Morris en Andy Bell.
Als Hammill later zelf de rechten weet te verwerven van het muziekstuk, besluit hij in 1999 een definitieve versie uit te brengen: The Fall of the House of Usher (Deconstructed & Rebuilt). De percussie wordt verwijderd. Hier en daar zingt hij zijn eigen vocalen opnieuw in. Daarnaast voegt hij extra elektrische gitaren toe en zorgt Stuart Gordon voor aanvullende strijkers.