Auteur: <span>Jasper</span>

Sjoerd

Sjoerd lag languit in het gras. Ik vroeg mij af of dat wel verstandig was. Het was warm, de zon scheen en zijn haar was rood. Met zijn vinger wees hij naar de verdorde sprieten tussen ons in. ‘Kijk. Verskroeid.’

Summer’s gone a summer song
You’ve wasted every day, every day

De badmeester was een klootzak en Sjoerd kende we eigenlijk helemaal niet (maar we merkten al snel dat hij een beetje traag was). Mariëlle, klein met poedelhaar, liep de hele tijd achter ons aan. En toch waren elke dag te vinden in dat zwembad. Omdat het zomer was. De laatste.

Summer’s gone, can’t wipe it off my hands
Write it in the sand, in the sand
In the sand

Toen de bladeren vielen, verskroeid door de zon, was de zomer voorbij. Zo ineens. Ik ging weer naar school, Bas naar een andere en Sjoerd waarschijnlijk ook. We hebben hem nooit meer gezien.

When the leaves burn, summer ends

(Ach, die zomers. Die mooie zomers. Alle dagen verspild. En het vloog voorbij, alsof het de laatste was. Buffalo Tom weet die dagen perfect te vatten in Summer, een up-tempo nummer waarin weemoed de boventoon voert. Het verscheen op het album Sleepy Eyed dat min of meer afrekende met zijn gepolijste voorganger Big Red Letter Day. Dus live opgenomen in de studio met zo weinig mogelijk overdubs.

Maar wat is er met Sjoerd gebeurd? Of met het kapsel van Mariëlle?)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Grote stad

In een telefooncel, op de hoek van Beethoven en Bach, belde ik naar huis. De avond was gevallen en ik bevond mij in een slechte buurt. Ik keek schichtig om mij heen, hoorn in mijn hand, hand op mijn portemonnee. De grote stad. Het was allemaal al erg genoeg.

Ik logeerde vier dagen, drie hoog, op een onbekend adres. Er stond iets te beginnen en de slaap kon ik maar niet vatten. Diep in de nacht hoorde ik onheilspellende geluiden onder het raam. Katten. Of mensen. Spelend, vechtend. Er was ooit iemand neergestoken hier.

My cats fight
And play all night
And drive me crazy

De laatste dag belde ik weer. Een huisdier was tijdens mijn afwezigheid doodgegaan. Maar dat deed mij niet zo veel. Afscheid nemen deed ik inmiddels op routine. Ik woonde nu in de grote stad. En het was allemaal al erg genoeg.

Time went by
The old ones died
So we got new ones

(Die foto op het album Boxer. Die is dus genomen tijdens de bruiloft van Peter Katis. Dat is een vriend van The National en sinds lange tijd co-producer van de band. Peter heeft met zijn broer ook een eigen band: The Philistines Jr. En met die band maakte hij het geprezen album If a Band Plays in the Woods…?. In 2011 werd dit album nog eens opgenomen (If a Lot of Bands Play in the Woods…?), maar nu door veel toffe bands waarmee Peter heeft samengewerkt. Dat zijn er nogal wat. Frightened Rabbit, Tapes ’n Tapes, Mercury Rev, We Were Promised Jetpacks. En ook Tjeerd Bomhof (Dazzled Kid) mocht een liedje doen.

Mooiste cover is echter die van The National. Twenty Miles to NH (Part 2) gaat over niets meer dan katten die spelen, vechten en dood gaan. Dat is alles. Toch denk ik dan weer aan een einde en een begin en dingen die je afsluit omdat dat soms nu eenmaal moet. Omdat je verder moet. Omdat er iets nieuws staat te beginnen. Ook al wil je dat misschien helemaal niet.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Kamer

Ik doe niks en ik doe niks. Al best wel lang. Hang hier gewoon een beetje rond en ik kijk eens uit het raam. Vanuit de hoogslaper kan ik net de kerkklok zien. De tijd lijkt stil te staan.

Oh my lord
I am so bored

Boven mijn hoofd, bungelend aan het plafond, hangt een bosje gedroogde rozen. Rood is bruin geworden en het kaartje geel. Ik heb de afzender al jaren niet gezien. En toch lijkt de tijd stil te staan.

Oh Laura,
what has happened to you?

Zwemmedailles schitteren aan een spijker in de muur. Ik denk aan die keer dat ik op tv was. Na het fluitsignaal dook ik overdreven hoog van het startblok. Terwijl iedereen naar mij keek, vloog ik buiten beeld. Alsof de tijd even stil stond.

I was on MTV
Everybody was lookin’ at me

(Er is een schrijnend mooie documentaire over die geniale/gekke Daniel Johnston gemaakt; The Devil and Daniel Johnston. Daarin zie je (en hoor je) het onwaarschijnlijke leven van een schizofrene muzikant met een bipolaire stoornis. En zijn obsessies. Laura bijvoorbeeld.

Hij verscheen op MTV, liet het vliegtuig van zijn vader neerstorten, werd opgenomen en zag dus niet dat Kurt Cobain een t-shirt droeg met daarop de cover van zijn album Hi, How Are You. Het kleine, fragiele Held The Hand verscheen in 1988 op cassette-album Merry Christmas.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Daar zongen we, om het hardst

In een vol café kwam ik een vriend van vroeger tegen. Hij had het gehoord. Van het ongeval. Van het gemis. Want in een dorp blijft het altijd net wat langer vers. Nu zag ik ook anderen naar onze stamtafel kijken. Naar dat hechte clubje dat plots eentje minder telde.

‘Dat jij hier bent, joh.’

Well, it’s been months since you’ve been gone.

Er gingen eerst uren voorbij en daarna dagen. Eerst waren er slapeloze nachten en droeve woorden. Eerst was er verdriet. Maar daarna kwamen er plannen, voor een groots en meeslepend leven. En toen stonden we uiteindelijk gewoon weer in onze kroeg. Zoals altijd.

Well, it’s been months since you’ve been gone.

Na sluitingstijd gingen we af en toe naar het graf. Daar stonden we, in de nacht, met een biertje en een discman in de hand. Daar zongen we, om het hardst.

They say you’ve gone
Away to a better place
But what better place then here with me

(Sommige onderwerpen zijn onuitputtelijk. Dat is een zegen en een vloek. Travelling Songs, van de Schotse band Broken Records, gaat over verlies. Het verpletterende besef dat je iemands stem nooit meer gaat horen. Het staat niet op een studioalbum; het is het b-kantje van single Lies. De versie die je hoort is opgenomen op het strand van het eiland Lewis. Toepasselijk. Als je naar de tekst luistert. En je hoort ook nog eens de wind.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Zoals het laatste liedje in een film

Claire, mijn jeugdliefde, hield een Colt .45 in haar hand. Het einde van de film was nabij. En ik, de jonge journalist, schudde een ronkende recensie uit mijn mouw voor het studentenkrantje. Een recensie die schromelijk onbesproken bleef.

Wake… from your sleep

En toen ging er iemand dood, stond ik ongewild op de drempel bij een logopedist en interviewde ik buurtbewoners op de stoep voor Christine Le Duc. Ik faalde, probeerde opnieuw, maar verloor toen al een liefde. In de trein, op weg naar de herkansing, wist ik het eigenlijk al wel.

Pack… and get dressed

Er was een slaapbank, een tafeltje en een pan. Die aanhanger was achteraf niet nodig geweest. Ik trok de deur achter mij dicht. Exit. Zoals het laatste liedje in een film.

Breathe
Keep breathing

(Regisseur Baz Luhrmann stuurde de laatste 30 minuten van zijn film op en Radiohead schreef daar Exit Music (For a Film) bij. Op verzoek van de band kwam het uiteindelijk niet op de soundtrack terecht, want het nummer diende al snel een groter doel: OK Computer.

En natuurlijk, het gaat over Romeo en Julia. Maar ik denk vooral aan een onbevredigend hoofdstuk in een boek waar je net aan begonnen was. Het was klaar. Einde. Exit.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Zonder haar

De eerste keer dat hij haar zag. Hij stond voor café De Rustende Jager en wachtte op een vriend die een ongelukje uitwiste op het toilet. De nacht moest nog beginnen. Vierentwintig uur later pakte hij aarzelend haar hand en liepen ze tevergeefs naar het strand.

Sweetheart, what have you done to us?
I turned my back and you turned to dust

De eerste keer dat hij haar zag. Hij beloofde haar een verhaal, want dat was alles wat hij op dat moment te bieden had. Hij schreef het die zomer, in de duinen, op een bewolkte dag. Het ging over een man, de zee en een handvol herinneringen. Hij kreeg er een tekening voor terug.

And if all you wanted was songs for you
Well here goes, after all that you’ve put me through
Here’s one for you

De eerste keer dat hij haar zag. Hij lag even daarvoor een tijdje op zijn rug in het gras. Zorgeloos. Met een sigaret in de lucht. De wereld draaide toen ook gewoon. Zonder haar.

(Keaton Henson zei er dit over: ‘A song about someone you don’t know. You’ll just have to trust that she hurts like hell.’ En dat hoor je. Dat voel je. Verdriet en breekbaarheid op zijn mooist.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Bij de eerstvolgende zucht

Het was hartje zomer in een onbekende plaats en ik zat in een stoel voor een raam, in een onbekende slaapkamer. De geluiden vanuit het vreemde bed werden overstemd door nachtelijk geschreeuw op straat. Kermis in de stad.

In the middle of the summer
I’m not sleeping cold wind blowing

Ik keek een tijdje naar de lichtreclame aan de overkant. Ik moest weg hier, maar ik was dronken en met anderen. Niet dat ik gemist zou worden; ik zat al een tijdje in die stoel. Ik stond op en hing even uit het raam. Muziek en wind.

There’s music on the station
And I’m just listening to cold wind whistling

Naast mij werd een lichaam van een beha ontdaan. Bij de eerstvolgende zucht liep ik de kamer uit. Frisse lucht. Ik moest weg hier. Voor altijd. Dat was beter misschien. In de tuin, bij de vijver, zocht een jongen naar zijn bril.

Hey hey hey
Something ain’t right

(Cold Wind staat niet op een studioalbum van Arcade Fire. Het singletje verscheen tussen Neighborhood #3 (Power Out) en Rebellion (Lies) en stond daarvoor al op een soundtrack; Six Feet Under, Vol. 2: Everything Ends. Puike tv-serie, hoor. Indrukwekkend rijtje songs ook op die soundtrack.

Maar geen van allen zo sfeervol en toch zo desolaat als Cold Wind. Het ademt de sterke wens om (even) voor altijd te verdwijnen. Want iets is er niet goed. En vergeet de doden niet.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

And together we will rise

Tussen Arezzo en Santa Fiora lieten we de raampjes van de Mazda zakken. De snelweg lag links, de zon stond laag en de warme lucht sloeg flarden in de zorgvuldig samengestelde vakantie-cd’s. In de rechter buitenspiegel zag ik hoe jouw hand speelde met de wind.

Sometimes we will fall
From the light
But it shines on us tonight
And together we will rise

Ik lag met mijn rug in het gras van St. Stephens Green. We hoorden kinderen spelen en studenten lachen. De rondreis duurde langer dan verwacht en eindigde in dit befaamde park. We lazen. En vanachter mijn boek zag ik hoe onder jouw vingertoppen de bladzijden zachtjes bewogen in de wind.

And surely it’s a sign now,
That everything’s in tune to some kind of higher plan

Het rood en wit wapperde tegen een strakblauwe lucht terwijl wij keken naar de meeuwen boven de Femern Bælt. Wij tweeën. Voor even nog. We maakten een foto. Ik met mijn krullen en dat leuke jasje. Jij met jouw lippen op mijn wang. En nu pas zie ik hoe mooi de wind door je haren ging.

The wind is at my side
And so are you
And together we will rise

(Rick zei ooit; dieper dan dit gaat de liefde niet. Het zal vast eens minder gaan, maar together we will rise. Glen Hansard beleeft liefde en leven met een ongeëvenaarde intensiteit. Alleen, met The Frames of met Markéta. Dit liedje komt van album The Cost; nog altijd het laatste studio album van de Ierse band.)

Misschien wel het mooiste liedje van...