Omdat we er nooit genoeg van krijgen; that jangling sound van merendeel terecht vergeten new wave-bands uit de eighties. The Noodle Boys (Vancouver) pakt het doodleuk mee op het tweede singletje van het aankomend EP-tje. Volume 5 kronkelt, plakt en vult, als een, ach waarom ook niet, flink bord vol noodles.
Auteur: <span>Jasper</span>
Een debuutalbum; dat leek Gareth en Kyle wel wat. Maar ja, hoe betaal je dat als tweemanselectrobluespopband uit Edinburgh? Het plan bleek echter even simpel als geniaal. Posable Action Figures bracht een ‘album fund raising ep’ uit: Laura. Met daarop: Laura. Of: Laura? Hoe dan ook; dat debuutalbum gaat er komen. Mooi man.
Ethiek is nooit ver weg bij de Dortmunder band Drens. Weg met fascisme! Rot op met extreem rechts! Ook in I Can Barely See wordt met oprechte verbazing gezongen over verderfelijke wereldbeelden. ‘I’ve got no words for your agenda. Cuts my throat, I can barely breathe.’ En dat leggen ze dan op een bedje van garage-surf-rock met een welhaast psychedelisch ritme. Niet dat de boodschap dat nodig heeft; maar het maakt het er wel lekkerder op.
Geen flauwe grappen op het Gobsmag-kantoor. Geen oude koffie uit vieze mokken. We zitten thuis. En de chaos is groter dan ooit. De gestructureerde rommel daar is vervangen door een laptop op schoot. Gissend naar die briefjes met aantekeningen op het bureau. Want daar staat ongetwijfeld ergens Yune (uit Denemarken) op geschreven en daarom zijn we rijkelijk laat met dit pareltje. Low is het tweede singletje van debuutalbum Agog en is een wandeling in een woestijn, zeggen ze zelf: stappen in het zand, stof om je heen en een oase van geluid.
Jay is psych-pop-muzikant en speelt in bandjes als Tame Impala en POND. GUM is dan weer zijn solo project en als GUM doet-ie alles wat-ie met zijn bands doet nog eens dunnetjes én fijntjes over. Don’t Let It Go Out is de eerste single van zijn binnenkort te verschijnen vijfde album. MGMT-achtig? Ja. Zeker. Maar we horen ook Jacco Gardner in dit nummer over ‘our modern desire to capture or record and keep every moment.’ Prima deuntjes, mooi verhaal.
STRFKR (Starfucker) brengt ons met Deep Dream in een remslaap waar je liever niet meer uit komt. Ogen dicht en laat je hersenen dansen. Het brengt je in een state of mind die past bij een zondag zonder zorgen. Kunnen we wel voor even gebruiken, toch? En die baslijn, die synths en alle fuzzyness maken het best verslavend bovendien.
I saw your face in a dream
I heard you whispering my name
I thought it couldn’t be real though
when everything before all looked the same
I just want you to feel sick
Dat klinkt niet aardig, maar het is goedbedoeld. Lake Song van Deeper (uit Chicago) gaat namelijk over de zorg voor loved ones die strugglen met mentale ziekte. En dat dat zo moeilijk is. En dat er dus een verlangen is naar een ‘normale’ ziekte. Een fikse verkoudheid bijvoorbeeld. Of een gebroken been. Lake Song omlijnt die gedachte met een kalme mantra van synth-gedreven, donkere pop. Mooi.
Toegegeven; wij houden wel van een potje pathos. Het mag best een beetje hoogdravend zijn, met een tikje bombast. Maar je moet wel binnen de lijntjes blijven. Ga je er buiten? Dan wordt het, ehm, pathetisch. (Er is een verschil.) Camera Thief weet met Starting Fires een prachtig liedje te kleuren met een DCFC-achtig intro (What Sarah Said!). En de band uit Philadelpia werkt netjes en schiet niet uit. Hoewel het koorwerk nog maar net aan de goede kant blijft …