Auteur: <span>Jasper</span>

Wat Adam Lytle precies wil met Quicksilver Daydream laat zich lastig in woorden vangen. Experimentele psychedelische folk, broeierig, met surrealistische teksten, vage snaren, wazige synths en wat galm op de stem. Zegt ie zelf (of iemand uit zijn entourage). Nou weten wij niet zo goed hoe dat dan klinkt, maar wij horen in Coyote Spirit Child heel even Get Ready van Rare Earth en daarna in drieënhalve minuut de complete platencollectie van je pa. En het is heerlijk.

Een boerenjongen, die Adam. Muziek bracht hem naar Brooklyn, maar de lange pauze van zijn band Wild Leaves maakte zij bestaan in de grote stad wat onzeker. Hij besloot zijn gevoel te volgen, kocht een Tascam 338 1/4 tape recorder van een dode man en nam zijn eigen werk op. Het klonk weids en zonder grenzen, daar in dat piepkleine appartement. Het leverde debuut-lp Echoing Halls. In februari verschijnt opvolger A Thousand Shadows, A Single Flame; een eindeloze naam voor een reis naar ‘what lies beyond the inner workings of the psyche’.

Coyote Spirit Child gaat over modernisering. Het is het verhaal van iemand die jungle in beton ziet veranderen. Maar wij horen vooral het suizen van autobanden richting een camping in het zuiden, op een warme namiddag met de zon die achteloos ondergaat. Je vader achter het stuur. Het cassettebandje in de radio. Een kwikzilveren dagdroom.


Nieuwe muziek

Dat je zit te scrollen door aantekeningen op je iPhone en dat je dan een prachtig liedje als Strange Love tegenkomt, een liedje dat je drie jaar eerder schreef, in een opwelling, omdat je liefdesverdriet had en dat je dat dus helemaal vergeten bent en dat je het dan op het debuutalbum van je nieuwe band zet. Dat gebeurt ons dus nou nooit. Lee Hall van Ghost Music wel. Gelukkig maar.

In de jaren ’90 speelde Lee nog in Beatglider. Dat zegt je misschien niets, maar John Peel was een fan. Dat zegt wel wat. Ook Matt zat in die band en in hometown Southend vonden ze Roy en Leighton om Ghost Music compleet te maken. Het idee is; de liedjes zijn geesten. Het zijn oude nummers waaraan ze ooit begonnen waren. Afgestoft en opgestaan uit de dood.

Maar het klinkt zo warm, zo nostalgisch en zo introvert. Het is helemaal niet spookachtig, koud of mystiek. De subtiliteit doet denken aan de allerbeste popbands uit de muziekgeschiedenis, toch? Beetje lo-fi wel en met behoorlijk wat spijt, maar verleidelijk tot de laatste van de 142 seconden. Jammer dat John Peel het niet meer kan horen. Maar wij zijn fan. Ook al zegt dat misschien niet veel.

Nieuwe muziek

En dan is het jaar alweer voorbij. Bijna. Wat een jaar. Het redactielokaal is nu zo goed als verlaten. De scribenten van bedenkelijk allooi hebben we al een week niet meer gezien. Het tweede garnituur klokt wel in, maar is allang naar huis. Vandaag zijn we nog met zijn drieën. En we luisteren naar We Come Right van Lowpines.

En we zijn een beetje stil. Dat komt door het liedje, maar ook door onze gedachten. We Come Right zorgt er namelijk voor dat er een filmpje wordt gestart in je hersenen. Misschien wel een filmpje over het afgelopen jaar. De mooie momenten, de treurige momenten, de gedenkwaardige momenten. Misschien kom je tot de conclusie dat het anders moet. Misschien was je nog nooit zo tevreden met jezelf.

Oli Deakin uit Londen doet dat met je. Hij is Lowpines. Hij schreef dit droomachtige, langzaam brandende nummer in de winter en nam het op tijdens een hittegolf met deuren en ramen op. En toch blijft het gesloten. En kruipt het in je hoofd. Of, zoals een ander het mooi omschrijft; like thoughts we can’t keep hold of.

Nieuwe muziek

Misschien gaat het wel over de liefde. Zou best kunnen. Bijvoorbeeld een liefde die helemaal opbrandt, omdat alles op het vuur wordt gegooid, want het is al koud en alleen een beetje warmte kan het nog redden. We weten het niet hoor. Fire van Special Explosion telt twee lange, cryptische zinnen. Mooie zinnen. Dat wel.

There’s a fire in the house and we’re burning all the wood that we cut from a tree that fell into the yard in the middle of the winter and we wanna be a little bit warmer than we were last year.

Of misschien is de liefde bij de ene meer aanwezig dan bij de ander. En zoekt die ene naar een teken, iets kleins, een handreiking. Zodat het wat draaglijker wordt. Dat zou kunnen toch?

If I go on too long would you meet me in the middle and I really wanna feel it and if you could ever even return my calls, it’d be a little bit better than the typical weather.

We weten het gewoon niet. Maar de band uit Seattle heeft dus zojuist het nieuwe album To Infinity uitgebracht en daar zijn al behoorlijk wat mensen heel blij mee. Wij ook. Vooral met Fire.


Nieuwe muziek

De dood. De dood. De dood is overal. Ook in de diepte van Noord-West Ontario, Canada. Ook in Deventer. Tijdens een begrafenis dit voorjaar aldaar (van een charmante Indische man) werd een Aldi-tasje met bier gebracht; een hommage. De band 1971 deed dat anders. Anxiety (In the Depths of Northwestern Ontario) is het allerlaatste nummer omdat vriend, bassist en founding member Cameron Cranston in februari overleed. Ook een hommage.

Let’s celebrate another day in the heat
Dedicate it to the past
Nostalgia in the depths of Ontario
This beautiful lake’s reflection, it won’t last

Onmogelijk. Het was onmogelijk om als band verder te gaan. Dus werd No Matter Where You Go, There You Are het laatste EP’tje van 1971. En Anxiety (In the Depths of Northwestern Ontario) is het slotakkoord. Geschreven voor Cameron toen hij nog leefde, maar alles al heel erg moeilijk was. De band zegt: ‘We’re glad we have “his” song, even though it’s hard to listen to sometimes.’

Slowly
What could have been will pass
With no choice
Either way, either way
All bodies will decay
I hope you find your answer before that day

Sentimentele dwazen die wij zijn, werden we toch een beetje gegrepen door dit verhaal. Zoals we ook gegrepen werden door het geluid van bierflesjes in een Aldi-tas. Cameron werd verdorie 25. Maar nog meer werden we gegrepen door het liedje; hartbrekend, donker en onheilspellend. Met een stekende gitaar. En een berustende, maar dan weer wanhopige stem. De dood is overal. Ook in muziek.


Nieuwe muziek

Tikkie laat. Maar er wordt nog steeds verdomd weinig geschreven over Lewsberg. Ook in Nederland. Dus hier alsnog die luie, repetitieve single mét verhaal van die nieuwe Rotterdamse band; Non-fiction Writer. Dan haalt ie misschien je jaarlijstje nog.

He loved to talk
But he hated conversation

Je had misschien wat meer ‘op het randje’ verwacht van een band met (ex) leden van Rats On Rafts, Venus Tropicaux, Bonne Aparte en Boring Pop. Wat explosiever misschien. Maar juist die eigenzinnige loomheid (we weigeren het arty te noemen) tilt Non-fiction Writer ver boven de middelmatigheid. Het is heerlijk.

Because he loved to watch
But he would die for imagination

Arie (van Vliet, voorheen frontman van die schromelijk onderschatte band Boring Pop) zingpraat over een wonderlijke ontmoeting tussen een schrijver en een meisje. En wij smullen ervan.

He said; there are so many things that have disappointed me
And soon, one of them, is you


Nieuwe muziek

En dan werk je een jaar of drie aan de opvolger van je debuutalbum en dan ga je door de tracklist en dan kom je erachter dat er toch nog iets ontbreekt. En dan haal je een nachtje door in de studio, een beetje jammend, en dan denk je aan die specifieke relatie met iemand en die ‘rush of blood’ die je daarvan kreeg. En dan heb je Enough. Een heel puik popnummer van Speak Low If You Speak Love.

Ryan Scott Graham is een getalenteerde multi-instrumentalist (en bassist in pop-punk-band State Champs) en Speak Low If You Speak Love is zijn project. Op Facebook noemt ie het nog ‘emotional indie rock’, maar dat gaat toch niet echt meer op voor Enough. Hoewel. Emotioneel is het wel. Want Ryan heeft het over iets speciaals en volgens ons ook over een gemiste kans. Maar;

Oh, enough is good enough for what we’re holding onto
I’ll wait for another rush of blood

Dat is bijna net zo Shakespeariaans als zijn naam.


Nieuwe muziek

– ‘We kunnen toch ook gewoon liegen?’
– ‘Echt? Liegen? Nu? In tijden van fake news?’
– ‘Nee, ok, maar #newmusic is het niet.’
– ‘Ook niet als het uit Tsjechië komt?’
– ‘Hmm. Ja, dan misschien wel.’

Joie van Cold Cold Nights is oud. Zo. Eerlijkheid duurt het langst. Het nummer staat op het debuut-ep-tje (The) Last Summer en dat zag al in maart dit jaar het levenslicht. Maar Joie is te mooi om geen aandacht te schenken. En denk maar zo; als je deze Tsjechische indie-emo-band nog niet kende, dan is dit natuurlijk hartstikke #newmusic voor je.

Jakub schrijft de teksten en die gaan over zijn jeugd, over opgroeien en over momenten met vrienden en geliefden. Maar eigenlijk over droefheid, vooral. En zo af en toe (zoals in Joie) is daar dan de trompet of trombone van Krystof en die laat je hart pas echt goed janken. Verder is het allemaal vrij simpel en repetitief, maar dat is bewust, zegt bassist Stepan. Want er is niet veel nodig om emoties over te brengen.

Prachtig ep-tje. Luister vooral ook Prologue en het drieluik Football. Daarna heb je er nog maar twee te gaan en die zijn ook de moeite waard. (The) Last Summer gaat dus over een zwaarmoedige zomer. De vorige. Of de laatste. En dat luistert heerlijk weg tijdens slapeloze nachten in de herfst.


Nieuwe muziek