Auteur: <span>Jasper</span>

Hoe meer we lezen over Wallows, hoe meer we twijfelen; deze band is verdorie vele malen groter dan de prestaties die tot nu toe geleverd zijn. Maar dat was bij Arctic Monkeys ook het geval. Kijk hoe dat zich geëvolueerd heeft. Maar toch; twee tieneracteurs en een drummer, die elkaar vonden ‘in een programma’ genaamd ‘Join the Band’. Ze dragen Prada, Valentino en Burberry. Ja zeg, natuurlijk is er dan scepsis. Totdat we nóg maar eens een keer Pictures of Girls luisteren.

Want laten we eerlijk zijn; dat nummer is verdraaid goed. Dylan, Cole en Braeden (Los Angeles, waar anders) maken al tien jaar muziek samen. Pictures of Girls is de eerste single dat uitkomt op het kneiter grote label Atlantic Records (alt J, Weezer, DCFC) en toont dus een Arctic Monkeys-achtige potentie. Niet dat de muziek erop lijkt. Maar, ach, je snapt wat we bedoelen. Het is een beetje zoals bij die jonge Declan McKenna; je weet dat het er in zit. Maar vooral dat er er iets áchter zit. Kennis. Kunde. Slimheid. Invloed wellicht.

Dus. Wallows. Met een flinterdunne tekst, maar met een ragfijne indiepop compositie. Zo hoor je ze niet vaak. In interviews noemen ze bands als Kings of Leon, The Beatles en Led Zeppelin. Maar, zegt Braeden; ‘Maybe someone will start sounding like Wallows.’ Dat is een mooi doel, jongens. En jullie zijn goed begonnen.

Nieuwe muziek

Je zal maar callcenter medewerker zijn. No offence. Wij toetsenbordhelden praten nu eenmaal liever niet met vreemden. Spike Vincent (uit Sydney, Australië) waarschijnlijk ook niet; hij liet auto-dial en een bandje zijn werk doen en schreef ondertussen Lie In The Dust. Dat is een repetitieve stamper, zó aanstekelijk dat de zwarte tekst bijna bitterzoet wordt.

Dus het is opzwepend, rauw en doordrenkt in adrenaline. Yeah, zegt dan ons testosteron. Maar die woorden. En waar ze over gaan. Want het gaat over de angst om dood te gaan (zonder iets te hebben bereikt, zonder een liefde te hebben gevonden, zonder dromen te hebben waargemaakt) én over de wens om dood te gaan als je je alleen, verloren en depressief voelt. Ja, Spike had een gebroken hart toen hij dit schreef. Spike schreef het van zich af.

‘All I had was my records, a mattress and a pile of dust in the corner. Brushed aside, abject, unwanted (…) I wanted to become dust, or as it came to be, Lie In The Dust.’

Nieuwe muziek

Als Hoo Ha’s één van je favoriete bands is (en dat kunnen nog niet heel veel mensen zeggen) en je verzint een riffje dat best goed zou passen in een song van die band, dan is het niet meer dan fair dat je jouw liedje Hoo Ha noemt. Toch? Pas daarna kwam de tekst, zegt Simon. En Simon is de frontman van de Zweedse band Francobollo (die al een weer een tijdje in London resideert).

Francobollo werkt momenteel aan een opvolger van debuutalbum Long Live Life. Die langspeler werd prima ontvangen vorig jaar en daardoor heeft de band inmiddels al heel wat gerenommeerde blogs aan de kont hangen. Komt door die aanstekelijke onvoorspelbaarheid. Door de gecontroleerde chaos. Het lekkere tumult. Het zorgt voor een etiketje als ‘serious contenders for the big league’. In de gaten houden dus.

Maar goed. Dan heb je dus een riffje en een titel. En dan die tekst. Simon dacht bij Hoo Ha direct aan de Houses of Parliament en die typische, Britse politici. En de bekrompenheid. En de populistische retoriek. En; It’s such a hoo ha here. Nou doen wij niet aan politiek als wij aan muziek doen, maar een liedje als Hoo Ha kan natuurlijk nooit kwaad. Daar wordt de wereld bijna drie minuten lang mooier van.

Nieuwe muziek

Joel reisde over de wereld om zijn muze te vinden. Hij maakte een autokaping mee in de Caraïben, trad op in afgelegen Noorse vissersdorpen en kwam via obscure buurtkroegen in Londen terecht. Daar kwam de Australiër tot rust en nam hij zijn fijne northern soul op. Zoals In Trouble; de eerste single van zijn derde album (Love Club). Potdorie, wat fijn. Gewoon direct met die blazers beginnen. En komt Shaft daar niet binnen?

Blaxploitation, Detroit-sound, Motown-pop en blue eyed soul. Zó jaren ’70, maar toch met een productie van nu. Denk Unknown Mortal Orchestra. Denk Chaz Bundick Meets The Mattson 2. Denk Toro Y Moi. Joel schreef het nummer samen met Michele Stodart en die ken (of kende) je dan weer van The Magic Numbers.

Hup die conga’s, hup gitaren, hup toeters. En dat klinkt dan best naïef, maar In Trouble is politieker dan je denkt. Want ook daar houdt Joel van; bewuste, aandachtige muziek. Zoals Marvin Gaye en Gil Scott-Heron soms lieten horen. In Trouble is een poging om een liedje te componeren voor donkere tijden. Maar dan wel vol hoop en fundamenteel positief. En dat is Joel Sarakula gelukt. Ya damn right.

Nieuwe muziek

Daar smullen wij brave stukjestikkers nou van. Van love stories die zich midden in de nacht afspelen, in het hart van de stad, tussen taxi’s en casino’s. Dat is weer eens wat anders dan om half 6 op lijn 9 te stappen voor een warme prak aan de keukentafel en een avondje Netflix. Dan Stock baseerde Baby Valentino op eindeloze nachten uit in Milton Keynes én flink wat verbeelding. Het resulteert in een fraai staaltje stedelijke romantiek; observaties in het lantaarnlicht, vanaf de hoek van de straat.

En het is niet veel en het is niet ingewikkeld. Dan heeft een gitaar, een verhaal en een stem. Maar die komen verdomd goed samen voor bijna drie minuten verslavende muziek. Horen we daar ook een beetje verlangen? En ook wat frustratie? Horen wij dat wat wij ook nog wel eens voelen na een sporadisch uit de hand gelopen nacht? Wanneer de alcohol de wereld wat magischer heeft gemaakt dan wij eigenlijk aankunnen?

‘Nobody needs to know where reality ends and wishful-thinking takes over.’

Dat zei Jarvis Cocker ooit. En dat veranderde de aanpak van Dan. Dat is wat hij nu zoekt wanneer hij een tekst schrijft. En dat is hem verdraaid goed gelukt met zijn debuutsingle Baby Valentino.


Nieuwe muziek

Ook in Uppsala gaat het oude jaar over in een nieuwe. We hebben het over 2015. Er is een feestje. Er zijn mensen. Victor, Robin, Robert, Isabelle en ongetwijfeld nog wat anderen, anders kun je het nauwelijks een feestje noemen. Maar het genoemde kwartet besluit die nacht een band te beginnen. Cat Princess. Een paar dagen later spelen ze al op het verjaardagsfeestje van Robin. En niet veel later claimt Victor in Nils de ideale frontman te hebben gevonden.

Dat kan best wel eens kloppen. Want op het lekkere Fly on Your Wall laat Nils horen over voldoende bravoure en psychose te beschikken voor de spannende retro art rock die de band maakt.

Oh honey bunny
Won’t you please pick up the phone
I love to hear your sweet voice, darling!

Nee, een verhaal heeft Cat Princess met Fly on Your Wall niet echt te vertellen. Hoeft ook niet. Het is die stem. Het is die spontaniteit in de compositie. En het is de wetenschap dat die ene toffe oom van je helemaal los gaat op dit nummer omdat het hem doet denken aan 1978 en de vrijdagavonden in de jeugdsoos in Zevenaar. Mooi toch?


Nieuwe muziek

Weet je nog? Veertien was je. Smoorverliefd op Manon uit 2B. En toen jullie verkering kregen was je even God op de middelbare school. Liep je daar door de gangen, jouw hand in haar hand. Zo’n drie maanden lang. En toen maakten jullie het uit. Samen. Huilend. Zoals dat ging in die tijd. De volgende dag was ze met die gozer uit 4C. Dat, dat is waar Luster (Jacob Haubjerg) over vertelt met Fall & Forget.

How can you fall and forget?

Nou gaat het verhaal van Jacob uit Kopenhagen (doorgaans de gitarist van Palace Winter) vast niet om een kalverliefde. Maar wij weten nog hoe je het verdriet verwerkte toen Manon om de nek van die knaap hing. Dat deed je met nummers die klonken als Fall & Forget. Dat deed je met een stem als die van Peter Cetera; met een beetje pijn en vooral zelfmedelijden. Dat verdriet ging je zwelgend te lijf met love ballads uit de jaren ’80.

Manon. Manon. Mocht je er nieuwsgierig naar zijn; het is goedgekomen met haar. Niet met die gozer uit 4C, maar ze is gelukkig. Zegt dat ze gelukkig is. Ze woont ook best mooi. Ja, met zijn tweeën en straks wordt het te klein. Als er over twee jaar kinderen zijn. En ja, ze kent je nog. Ze denkt af en toe nog aan je. Niet vaak. Niet lang. Maar ze weet het nog. En ze zegt sorry. Voor de val en het vergeten.

Nieuwe muziek

Potjandorie, Mat Cothran. Wat doe je ons aan? Want het allerlaatste album als Coma Cinema bevat het beste, maar ook het zwaarste wat dit melancholische wonderkind ooit schreef. Neem Thunder; er gebeurt niet echt veel, maar het komt keizacht binnen. Het komt door de tekst misschien. Het komt door zijn stem misschien. Het komt door de ogenschijnlijke simpelheid van mooie tonen misschien.

If it’s over
Let’s go our separate ways

Het album Loss Memory, met daarop dit kleine, fragiele nummer, verscheen afgelopen december. Maar Thunder kwam deze week op de redactie weer in rotatie door een nog kleinere, nog fragielere versie die Mat opnam voor Boxfish Sessions. Daar moest wel over geschreven worden. Welke versie mooier is? Weten we niet. Boeit ons ook niet. Luister ze vooral allebei.

When the thunder
Calls to me, then I’ll come over

Thunder gaat over afscheid. Van iemand waar je van houdt of van iemand die je niet wilt zijn. En Mat klinkt dan als een dierbare vriend op een moeilijk moment. Verdrietig en verward. Maar niet bang. Niet echt. Nou ja, een beetje misschien. Maar jij bent er. Jij luistert. En dat is al genoeg.


Nieuwe muziek