We tipten de band eerder, ergens eind vorig jaar, maar dat doen we nu weer omdat New Luna (Manchester) een heel fijn Jeff Buckley- en/of Blaenavon-achtige single heeft afgeleverd: Knew Too. Het is bovendien de eerste track die de band helemaal zelf geproduced heeft. Mooi toch. En dan dat sinistere. En die tekst. Het gaat over een ‘steady breakdown in the minds of two people’. Luister!
Auteur: <span>Jasper</span>
Sat in a pub
Unemployed, lifeless
The only way is up
And the clock on the wall
Pokes fun at us all
It tocks, it tocks and torments
Dat zijn de teksten, lieve mensen. Voor als je echt niet meer wilt. En dan zwaaien de jongens van The Malarkey (uit Bristol) er in de clip een beetje cynisch bij, terwijl het ergste stukje nog moet komen. Ja, Something To Die For heeft alles wat het beloofd. Bovendien klinkt het als The Smiths, The Pogues en Pulp en dat maakt de zwartgalligheid bijkans onweerstaanbaar. Zo gaat dat met muziek.
Give me something to die for
Something to live by
I’m sick of this charade
Iemand zei over Something To Die For ‘It’s a depressing yet dreamy indie-sleeper, recalling the sharp insight of early Arctic Monkeys …’ Daar kunnen wij ons wel in vinden. Hoewel die scherpte van Alex Turner inmiddels wel ingeruild is voor raffinement, zo bleek vorige week op Best Kept Secret. Die weg heeft The Malarkey dan nog te gaan, maar de ambitie is er, zo lezen wij bij MNE: ‘We just want to reach as many people as possible, and then anything could happen.’
Ja, alles kan gebeuren. Alles. Zelfs meer dan je denkt. Maar we hopen eigenlijk dat The Malarkey altijd zo zwart als Morrissey en zo jeugdig als The Libertines blijft.
Het zal je maar gezegd worden; ‘U bent een muzikale edelsmid’. Maar in Gelderland en omstreken lopen ze al een tijdje weg met Dan Hair (en zijn band The Extensions). Dat vinden wij dus helemaal niet vreemd. En het mooie is, vanaf september van dit jaar de rest van Nederland ook. Want Dan Hair (Daan van Haren voor intimi) is geselecteerd voor de Popronde. En dan denkt hij: dat is mooi, dat is gaaf, ik neem speciaal voor dat heugelijk feit een video op.
Bekijk hier, voor het eerst, de nieuwste clip van Dan. Het is een akoestische versie van Living in the Night (van het gelijknamige debuutalbum dat je móet horen) en het werd in één take, één knipbeurt opgenomen. Want ja, Dan Hair wordt ook wel eens geknipt. En zingt daar dan een prachtig liedje bij. Wanneer en waar Dan en zijn band spelen in het kader van de Popronde is nog niet bekend. Maar je houdt het beter in de gaten.
Er wordt wat afgemijmerd hier op kantoor. Maar hey, who’s to blame? Muziek toch zeker? Het zijn vaak die dromerige lo-fi platen. Je weet wel. Met van die teksten die meer vragen oproepen dan antwoorden geven. Met van die melancholische, wrange tonen die schuren als zand in je ondergoed. Er is iets. Het zit in je hoofd. En je hebt geen oplossing, daarom denk je er liever niet aan. Maar als Fog Lake zijn vingers op het klavier zet, dan voel je die korrels weer op onprettige plekken. Het zit er nog. Misschien gaat het nooit meer weg. Dat hoeft niet erg te zijn. Als je er maar niet te vaak aan denkt. Maar dan is er hier altijd wel een collega die een nummer als California op repeat zet.
There’s a part of me that never wants to see you again
and there’s a part of me that needs you now
I don’t why my brain was wired fifty fifty but now
it seems I’m the only one oblivious
Aaron Powell (Newfoundland) is Fog Lake en hij maakt een ‘complex collage of nebulous angst and heartfelt nostalgia’ volgens onze collega’s bij Wake The Deaf. En daar kunnen wij ons eigenlijk wel in vinden. Dat is bovendien lekker makkelijk en dan zijn we snel klaar. Dan hebben we de tijd en ruimte om California nog een keer te draaien. Om nog wat meer te mijmeren. Over geliefde mensen die je niet hebt kunnen volgen (terwijl je diep in je hart weet dat je dat wel had moeten doen). En dat elke pling op Aaron zijn piano voelt als een steek in je hart én als een aanmoediging om verder te gaan.
My heart’s still broken
But something would have done it somehow
Some things just never end up like you thought
Als je heel goed keek zag je het bloed van vermoorde kalverliefdes op de vloer van de gang tussen tekenlokaal en aula. Provinciale verliefdheid op een middelbare school, zo rond 1994. Een slagveld was het. Een slachthuis. Bleef je bij haar? Of was er iemand leuker? Gemakzucht en besluiteloosheid. Ach we deden maar wat. Active Bird Community brengt die jaren terug met het Spend The Night. En dat klinkt net zo nerveus als jij toen was, daar in die gang tussen tekenlokaal en aula. Je schoenzolen plakten aan de plavuizen.
What was always ending
Dertien jaar bestaat Active Bird Community al. Maar dat zou je misschien niet zeggen als je dit fijne nummer hoort. Het klinkt namelijk als een pareltje op een debuutalbum. Het klinkt als een ‘In The Garage’ op een ‘Blue Album’. Kennelijk heeft de band uit Brooklyn na al die jaren die middelbare school (daar waar de band ontstond) niet echt achter zich gelaten. Zoals het misschien ook wel een beetje hoort bij adepten van ‘sprightly slacker vibes’ die aan indierock uit de jaren ’90 doen denken.
Tom (D’Agustino) zingt over twijfel zonder bang te zijn en zonder schijnheiligheid. In Spend The Night specifiek over of het beter is ’to stay in a place that isn’t working anymore for the sake of the relationship, or is it okay to move on?’. Maar eigenlijk doet het antwoord er niet meer toe. Het is al zo lang geleden. Maar de lef waarmee Tom het brengt, met vaste stem en zelfverzekerde riffs; dat had ons toen wellicht een beetje kunnen helpen.
[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=f-nra8ksZWs[/embedyt]
Coney Island Getaway is nog zo’n pareltje van rijzende soul-pop-ster Joel Sarakula. Wat minder Curtis Mayfield en Bobby Womack en iets meer Jamiroquai. Houden wij van. En let op: op 13 juni dus live te horen in Melkweg!
Komt-ie aan hoor. De langverwachte eerste langspeelplaat van de Australische band Rolling Blackouts Coastal Fever. Het magistrale nummer An Air Conditioned Man is al de derde track die je kunt beluisteren van het debuutalbum (Hope Downs). Maar deze is speciaal. Deze wil je horen. Vaker. Harder. Nog een keer. Deze wil je horen als je zonder plan in een auto stapt. Deze wil je horen omdat je van gitaren houdt. Deze wil je horen wanneer je denkt aan toen. Omdat je langs het muurtje loopt waar ‘you first kissed her against’. Hoe kun je het vergeten?
Or was it over there?
Did it ever matter in the first place?
Does she still think about it now and then?
Deze wil je horen in een zomerse nacht, op een strand. Deze wil je horen als een vergadering te lang duurt. Deze wil je horen als er langzaam een beetje paniek in je kruipt. Als je je realiseert dat je wat verloren hebt. Deze wil je horen als de bandjes van je racefiets zoeven over het asfalt van een dijk. Deze wil je horen tijdens een festival, als je in het gras ligt. Iemand kriebelt je met een grassprietje. Maar dat is ok. Het is goed zo. Je bent voor even niet die Air Conditioned Man. Je bent koel. Met alles.
[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=pK2usB-nCwc[/embedyt]
Hier op de redactie gaat er altijd een belletje rinkelen als een biografietje zegt ‘acteur’ of ‘actrice’. En toen zagen we ook nog een foto van Dan Sultan (heel populair in thuisland Australië) met op de achtergrond te grote, onnatuurlijk oranje vlammen en toen wisten we het zo zeker niet meer. Maar we luisterden toch. En we hoorden een gloeiend duet. Zoals dat duet tussen Martha Wainwright en Gary Lightbody. Of tussen Ilse de Lange en Martijn Hagens (zoek die maar eens op). We hoorden namelijk een nieuwe versie van Dan’s prijsnummer Killer. Hij zong het met Georgia Maq van Camp Cope en het is verdraaid goed.
Dan Sultan dacht namelijk; ik doe dat album Killer van mij gewoon nog eens, maar nu met anderen en dan krijg ik wat andere versies en die pleur ik op een EP. Aldus geschiedde. Hij nodigde een nieuwe, goede Australische muzikanten uit in de studio en ze gingen aan de slag. Little did he know dat het titelnummer (en het origineel is al gruwelijk acceptabel) nog beter zou worden met medewerking van Camp Cope en Dave Le’aupepe van Gang of Youths. Maar dat werd het dus wel. Krachtiger. Sterker. Nog beter passend bij de enigszins agressieve tekst die Dan ooit schreef.
I’m just a killer for your love
For the thrill of it I’ll take your heart away
Bassiste Kelly, van Camp Cope, zei later; ‘We approached it as if it were one of our songs. (…) We didn’t have to force anything to make it feel like a song we could all be proud of.’ En dat hoor je.