Auteur: <span>Harm</span>

Drie jaar geleden is het inmiddels, het Gobsmag-debuut van het Britse duo Ruen Brothers. Een fijne 8.0 gaven we de broertjes voor hun eerste worp, het EP’tje Point Durne.

In 2015 kon je de band niets anders dan zeer belovend noemen. Als Rick Rubin je debuut produceert en Zane Lowe (toen BBC radio DJ) over je lult, dan doe je gewoon iets goed. Zoiets brengt je naar mooie plekken, zoals het Glastonbury festival en Coachella. Daarbij was het verhaal ook mooi en klassiek: twee broers door hun vader opgevoed met een stevige portie The Rolling Stones en The Everly Brothers. De keuken was hun repetitiehok.

Afijn, die grote doorbaak is er nog niet van gekomen. Tenminste, als je de views en streams erbij pakt. Van die cijfers kun je nog geen jukebox vol Phil Spector plaatjes kopen.

Maar er lijkt nu toch wat te gaan komen. De nieuwe singles zijn goed, met het titelnummer van de vrijdag verschijnende langspeler als heerlijke uitschieter. Popmatters durft zelfs te stellen dat “All My Shades Of Blue sounds like a hit single right from the first note”. Hatsa, die kan op het hoesje gestickered worden. Topliedje!

Nieuwe muziek

Net uit: Yonder, het prachtige debuutalbum van de Nederlandse singer/songwriter Sean Christopher. Wellicht heb je al eens van hem gehoord, want z’n liedje ‘A Thousand Hues’ (ook op de plaat), passeerde binnen twee maanden al 1 miljoen streams op Spotify. Het sfeervolle ‘Cherokee’ is de nieuwste single van de inmiddels in Bristol wonende muzikant.

Sean schrijft al sinds z’n veertiende muziek en na z’n studie jazz drums aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag ging hij componeren voor korte films en tv reclames. In 2014 schreef hij ‘Everything’ voor een internationale commercial en ook dat liedje ging over de 1 miljoen streams. Het gaf hem destijds het vertrouwen om een eigen plaat te maken.

Sean verloor zich daarna in het zoeken naar het juiste geluid. “Ik experimenteerde met verschillende instrumenten en effecten en zat urenlang achter mijn computer, op zoek naar het juiste geluid,” vertelt hij in de press release. Die zoektocht leverde hem wel liedjes op, maar geen plaat. Hij miste de onderlinge samenhang tussen de nummers en legde ze daarom maar terug op de plank.

Uiteindelijk waren het de flamenco-gitaren van zijn vader die hem een nieuwe impuls gaven. “Het nostalgische gevoel dat het instrument mij gaf, bepaalde uiteindelijk het geluid van dit album,” vertelt Sean. “Ik besloot mij te beperken tot de gitaar en mijn stem en liet mijn computer bewust uitstaan totdat alle nummers geschreven waren. Terug naar een pure vorm van schrijven heb ik echt als een bevrijding ervaren.”

En dus verscheen er eindelijk met Yonder een plaat, met 12 liedjes over liefde, verlies, angst en woede. Een prachtig debuut.

Nieuwe muziek

Blake Tallent, frontman van de uit Nashville afkomstige indie folkpop band God Bless Relative, heeft een moeilijk jaar achter de rug. Ervaringen die hij verwerkte in de tweede plaat van z’n band. You Will Receive Favour | I Will Return verschijnt 15 juni en eerste single ‘Soggy Humans’ doet ons al goed de oren spitsen.

Openhartig vertelt Tallent over dat moeilijke jaar, 2017. Op een gegeven moment kwam hij bijna de deur niet meer uit:

“Anxiety ridden, it was hard to often leave the house in fear of some tragedy happening in the grocery store or coffee shop, causing me to stay inside away from the world and feeling helpless like there was nothing I could do to help or make a positive difference.”

Maar gelukkig was daar de band, altijd de band. Samen gingen ze met deze gevoelens aan de slag om er met prachtige liedjes aan de andere kant van de tunnel uit te komen. De plaat werd live opgenomen in Chicago en direct naar tape geschreven. Over gevoel gesproken.

Nieuwe muziek

Uit het Canadese Hamilton (Otario) komt Basement Revolver, een sterk opkomende indie rockband die, volgens eigen zeggen, “slow-burning, introspective tunes” schrijven. Na twee goed ontvangen EP’tjes, volgt het debuutalbum in augustus uit. Single Baby galmt al heerlijk.

Drijvende kracht achter Basement Revolver, dat een contract tekende bij het fijne label Memphis Industries, is frontvrouw Chrisy Hurn. In haar liedjes zoekt ze het verhaal op, vaak puttend uit eigen ervaring.

Zo schreef Chrissy ‘Baby’ op een moment in haar leven dat ze weliswaar heel erg blij was met haar partner en de dingen die gebeurden, maar dat ze toch werd overvallen door ontevredenheid en droefenis. Per e-mail ging ze er dieper op in:

“It’s about feeling confused about what I want in life, and how that affects other people. It is about crying a lot and feeling like I was burdening my partner with those questions. It is also about my tendency to retreat when things get too overwhelming, to spend all day and night in my bed and watching Netflix and eating Doritos.
(…)
So yeah, the chorus on this one pretty much states clearly how I was feeling – “Baby I’m so sorry, I’m trying my best to figure this out, I swear that I’m so happy, this crying won’t fix what’s already broken and dead, just give me some time”.

Eerlijkheid waar je niet omheen kan. Zeker niet in zo’n goed liedje als ‘Baby’.

Nieuwe muziek

Uit het Amerikaanse stadje Middlebury (Vermont) komt het het indie art-rockgeluid van The Giant Peach. Eind april verscheen hun eerste plaat: Pulling Teeth.

Met bandleden die qua muzikale scholing uit verschillende genre’s komen (folk, blues en jazz), vonden ze elkaar bij The Giant Peach vooral als liefhebbers van verhalende liedjes over, zoals ze zelf zeggen, “stubborn love, mistakes, and repeated carelessness with a cutting honesty and an unexpected joy”. Geen wereldschokkend of vernieuwende invalshoeken dus, maar het levert wel prima liedjes op, zoals het explosieve ‘Over Again‘, het intieme ‘Used‘ en het prachtige ‘Giving Up‘.

“It’s a collection of songs that I wrote over the course of my first relationship and at its end,” vertelt frontman Harrison Wood Hisang over het album. “There’s a lot of doubt in these songs — questioning your past wants and actions, questioning your beliefs as your overturn them one by one by letting people down and being let down, and ultimately questioning the kind of person that you are.”

Mooi.


Nieuwe muziek

Een paar maandjes is I’m Bad Now nu uit, het nieuwe album van het Nap Eyes. Een fijn plaatje weer, van misschien wel de beste band van het schiereiland Nova Scotia, durven wij wel te stemmen. Hun bio’tje is te mooi om niet uit te knippen en plakken:

“Nap Eyes makes crooked, literate guitar pop refracted through the gray Nova Scotian rain. Their songs are equal parts shambling and sophisticated, with one eye on the dirt and one trained on the starry firmament, inhabiting a skewed world where odes to NASA, brain protein aggregation, and the Earth’s magnetic field coexist easily with lyrics about insomnia, self-reproach, and drinking too much.”

Ja, lees dat nog maar een keertje. Afijn, het Lou Reed-eque ‘Everytime The Feeling’ is de opener van de nieuwe plaat en meteen een hoogtepuntje. Je kunt heel uitgebreid en literair lullen over deze plaat, maar misschien moet je ‘m gewoon eens een rondje geven. Doen wij ook.

Nieuwe muziek

Vijf jaar na hun prima debuut The Brave And The Blue, kwam het uit Alabama afkomstige Belle Adair begin 2018 terug met een heerlijke opvolger: Tuscumbia. Geweldige single ‘Get Away’ opent niet alleen die in de beroemde FAME studio in Muscle Shoals opgenomen plaat, maar zet ook meteen de toon en laat er geen twijfel over mogelijk dat Teenage Fanclub, Big Star en The Byrds in de kast staan bij de band. Grootste verschil met de eerste worp: Tuscumbia is een echte bandplaat geworden. “On the last record, I was just sitting there with my acoustic guitar and not even thinking about how the songs might be recorded, but this time I was really able to write to the strengths of the other guys,” vertelt frontman Matthew Green.

De bandleden van Belle Adair hebben in die 5 jaar afwezigheid zeker niet stilgezeten. Green ging eerst mee op tour in de band van Dylan LeBlanc (“I quit my day job and went on the road with him”), daarna met Belle Adair als begeleidingsband van Alabama legende Donnie Fritts, om vervolgens nog eens anderhalf jaar door te reizen als band voor John Paul White van The Civil Wars. Vlieguren maken, noemen we dat.

Enkele nummers op Tuscumbia, vernoemd naar de plaats waar Green is opgegroeid, gaan dan ook over continu van huis zijn. “It always takes time when you get back home to feel normal,” zegt Green, “but as soon as you feel normal, it’s time to leave again. It can be hard to feel balanced because you can’t always just hop right back into life, and these songs deal with trying to navigate through that with someone else and be honest about the process.”

Meer eerlijkheid op het album door de vele vragen die Green stelt, zonder ze echt proberen te beantwoorden. Hij vermoedt dat het een manier was om alle aankomenden veranderingen in z’n leven (hij stond op het punt te gaan trouwen) te verwerken. “I think I was working through the fear and anxiety and, God forbid, happiness, that came with it,” aldus de frontman.

Het sterke ‘Get Away’ begon als een oefening, vertelt Green aan Paste Magazine. Of het mogelijk zou zijn om een instrumentaal refrein te kunnen schrijven. Het werd iets compleet anders toen ze het gingen repeteren voor de nieuwe plaat. “The song came quickly and fully formed, and immediately, it felt like a deep dive into fresh musical territory for the band,” legt Green uit. En daar gaat het liedje ook over, benadrukt hij: “Letting go of your anxieties and personal hangups and putting yourself on the line for someone else, regardless of your prospects for success or failure.”

Topplaat.

Nieuwe muziek

Afgelopen vrijdag kwam-ie dan eindelijk uit: Feels Like Air, het debuutalbum van ISLAND. De band uit Londen imponeert met gedragen liedjes, die ergens het midden houden tussen het spannenste werk van Kings of Leon en U2. Grootste troef is het hese stemgeluid van frontman Rollo Doherty.

ISLAND is al een tijdje in opkomst. In 2015 kwamen ze op de radar van muziekliefhebbers met hun single ‘Stargazer’ (zoals bij ons) en eerste EP (Girl), gevolgd door het sterke A Place You Like (2017). Samen met airplay in Engeland op Radio 1 en BBC 6, gaf ze het genoeg munitie om zalen in Engeland uit te verkopen (en in Amsterdam) en shows te spelen op een grote festivals als Leeds & Reading en THe Great Escape.

Feels Like Air zal hun fanbase alleen maar groter maken, en rap waarschijnlijk. Prijsnummer is ‘The Day I Die’ dat gaat over je weg vinden in deze digitale tijd. “It often seems in our increasingly digital world people have forgotten how to live. The song is about finding the power to escape the mundane,” aldus de band.

Eind deze maand staan ze nog in de kleine zalen in Nederland, dus doe er je voordeel mee.

Nieuwe muziek