Auteur: <span>Bas</span>

Four boys making kinda pop music. Althans, dat zeggen de mannen van Hippo Campus over zichzelf. Nja, mannen. De gemiddelde leeftijd ligt op 19 jaar. Dat noemen wij jongetjes. Toch gaat het ze al lekker voor de wind. NME noemde ze een “buzz-band to watch'” en debuut-EP Bashful Creatures is net uit.

Een paar lekkere gitaren, redelijke hoge stem van frontjongen Jake Luppen en 6 tracks die ons doen denken aan iets dat het midden houdt tussen Bombay Bicycle Club, Vampire Weekend en Tokyo Police Club.

Mooie namen, horen we je denken. Maar die gasten zijn nog nat achter de oren. Heb je gelijk in. De jeugdigheid hoor je ook best terug. Maar hey, doet ons denken aan de tijd dat we zelf nog maar net scooter mochten rijden en alcohol drinken (niet tegelijkertijd hoor, wij zijn brave gasten).

Kortom, Hippo Campus zou best wel eens een band kunnen zijn om in de gaten te houden. Dat zullen we dus voor je doen. Maar nu eerst: muziek! Little Grace is wat ons betreft een van de lekkerste nummers van het EP’tje. En laten de boys van Hippo Campus nou onlangs een live-versie hebben opgenomen in de studio van The Current:

Nieuwe muziek

Ibeyi, bestaand uit zusjes Naomi en Lisa-Kainde Diaz, afkomstig uit Frankrijk en trots deel uitmakend van de stal van XL Recordings (Adele, The XX, The Prodigy). Wat zoekwerk levert ons de woorden electronic doom soul duo op. Dus. Daar moeten we het dan maar mee doen.

Ibeyi gaat door het leven met 1 EP (Oya, 2014). Met name de titeltrack en het nummer ‘River‘  waarderen wij opperbest. Hip-hop, electronica, Engels, Frans, Yoruba (gesproken op Cuba) en natuurlijk een flinke dosis soul. Een album kan natuurlijk niet uitblijven. Dat vinden de zusjes ook. Uit is het nog niet, maar met Mama Says is er wel alvast een eerste track vooruit gestuurd. Minder electronica, meer soul en vooral een prachtige video. De vrouw die je ziet is de real life moeder van de zusjes Diaz. Kom maar door met die Oscar.

Als je het nou wat vind (waar we natuurlijk vanuit gaan), schrijf dan meteen even 9, 10, 11 april in je agenda. Op die dagen is Ibeyi te bewonderen in Paradiso (9 apil) en op Motel Mozaique (10 en 11 april). Dan sluiten we af met een leuk feitje: de vader van de tweeling was jarenlang gerespecteerd Cajon-speler van de Buena Vista Social Club. It runs in the family, zullen we maar zeggen.

Nieuwe muziek

Bobby Bazini, dat allitereert lekker. En dat niet alleen, de muziek die deze uit Quebec afkomstige jongeman maakt klinkt ook prima. Blue-eyed soul, een beetje in de traditie van iemand als Marc Broussard en Luca Sapio. Eind september bracht Bobby zijn tweede album Where I Belong uit.

Dat het wel goed zit met de soul-invloeden blijkt uit de lijst van muzikanten die meespeelden op de plaat. Wat te denken van Jack Ashford (drummer bij Motown-helden The Funk Brothers) en Booker T (je weet wel, van Green Onions).

Soms neigt de plaat wat teveel naar singer-songwriter. Wij veren echter weer op bij de soulvollere nummers. Luister bijvoorbeeld eens naar Where I Belong. En horen we Paolo Nutini in Cold Cold Heart? Prijsnummer is wat ons betreft echter Heavy Love, en dan met name de fijne one-taker die hij opnam en op zijn VEVO-kanaal gooide.

Nieuwe muziek

Vandaag beginnen we de dag met een quizje. Noem een band uit Letland. Songfestival-inzendingen tellen niet mee. Lastig? Vonden wij ook. Maar tot onze grote verrassing komen de gasten van Carnival Youth uit Letland. Haast on-Lets goed.

Goed, 10 punten dus voor de afkomst. En de muziek? Die scoort ook lekker. Carnival Youth maakt namelijk fijne indie / neo-folk. Deze bundelden ze op hun eerste EP’tje, Never Have Enough (2014). Live mochten ze hun kunsten al vertonen op festivals als The Great Escape en Reeperbahn Festival. Vergelijkingen met Bombay Bicycle Club en Noah and the Whale zijn snel gemaakt. Maar als je het ons vraagt heeft Carnival Youth iets extra’s. We vermoeden dus dat we nog veel zullen horen van onze Letse vrienden. Of niet natuurlijk, dan hebben we het mis.

Heel veel meer is er niet te vinden online. Dat lijkt ons een mooi moment om er maar eens een deuntje in te gooien. Meest recente single is Octopus. Dat liedje blijft maar in ons hoofd zitten, dus vandaar de meer dan verdiende plek op ons scorebord. Overigens ook eervolle vermeldingen voor Never Had Enough en Brown Eyes and All the Rest.

Nieuwe muziek

Toeval, dat is waar het derde album van Jonah Tolchin zijn naam aan dankt. Komt-ie: Jonah Tolchin groeide op in New Jersey, op Clover Lane om precies te zijn. Zijn ouders kochten dat huis in 1996. Fast forward naar 2012. Producer Marvin Etzioni bezoekt een show van Tolchin in LA. Niet veel later duiken de twee in Nashville de studio in. Volg je het nog? Vast wel, maar nu moet je goed opletten. Jonah en Marvin hebben een gezamenlijke vriend, singer-songwriter Alex Wright. Op een feestje loopt Tolchin een zekere Anna tegen het lijf. Het blijkt dat Anna in exact hetzelfde huis op Clover Lane woonde. Haar ouders verkochten het huis in 1996 aan, jawel, de ouders van Tolchin.

Long story short: het nieuwe album van Jonah Tolchin heet Clover Lane en is net een paar maandjes uit. Wij vinden het een fijne plaat, anders las je dit nu niet. We zijn echter niet de enigen die er zo over denken: “A promising new artist who artfully occupies the gulf between old-school tradition and contemporary appropriation.”, zegt bij NPR en Mojo Magazine spreekt over “adding raw, punk brio to a folk-blues template.”

Wij genieten het meest van Tolchin in uitgeklede vorm. Muzikaal, that is. Verrukt waren we dan ook met de Cardinal Session die hij onlangs opnam. En dan met name de track Mockingbird. Fans van Jason Isbell, Steve Eearle en Chuck Prophet zitten goed. Luister maar:

Nieuwe muziek

IJsland ken je natuurlijk van Kolbeinn Sigþórsson en goede muziek. Wat te denken van Bjork, Asgeir en Sigur Ros? Iets minder bekend, maar niet minder mooi is Low Roar. Oké, dat is niet helemaal eerlijk. Zanger Ryan Karazija komt namelijk gewoon uit Amerika, maar liet zich inspireren door het IJslandse landschap.

Hoogtepuntje van eerste plaat Low Roar (2011) is wat ons betreft Just A Habit. Op de opvolger, 0 (2014) gaat de band verder waar het gebleven was en combineren ze dromerige folk met elektronische invloeden en een flinke dosis Radiohead. De sfeer is typisch IJslands, maar doet ons ook denken aan Other Lives en misschien wel een beetje Bon Iver. Niet enorm toegankelijk, maar niet minder fascinerend.

Afijn, genoeg namedropping. De helden van KEXP nodigden Low Roar uit voor een sessie in de studio en het resultaat is verbluffend. Stop what you’re doing en luister even naar Easy Way Out. Maar niet voor we je nog een kneiter van een tip hebben gegeven: vorige week had je Low Roar kunnen bewonderen op Crosing Border! Geen paniek, je krijgt een herkansing in januari, wanneer de heren op Eurosonic staan.

Nieuwe muziek

Het zelfgetitelde debuutalbum van The Lone Bellow kwam al in 2013 uit, en scoorde toen o.a. een dikke vette 9.4 in Paste Magazine. Zo hoog gaan wij niet, maar wat een fijne plaat was dat!

De band uit Brooklyn New York draait voor een groot deel om emotie. Goed, dat gaat vast ook wel op voor 50 cent (als de club sluit) en Snoop (als de stuff op is), maar wij geloven The Lone Bellow echt. Allemaal leuk en aardig, maar jullie willen vast wat duiding. Komt ie: country, rock, americana en folk. Prima passend in tradities van The Head and the Heart, The Lumineers, maar vergeet ook The Civil Wars niet. Zelf soul is van tijd tot tijd van toepassing.

Goed nieuws, The Lone Bellow komt begin 2015 namelijk met een opvolger, geproduceerd door niemand minder dan Aaron Dessner (je weet wel, hij zit in een bandje dat The National heet). Er zijn al twee liedjes vooruitgestuurd. Vorige week verscheen Fake Roses op single. Erg fijn nummer, maar we kiezen voor een onlangs uitgebrachte live-versie van Then Came The Morning als scorebord-materiaal. Horen we daar wat Simply Red? Daar kun je natuurlijk wat van vinden, maar die emotie jongens, die emotie.

Nieuwe muziek

Het veertiende album van U2, de achtendertigste van Michael Jackson: natuurlijk leuk, maar op de Gobsmag-redactie worden we liever verrast door pareltjes van debuutplaten. In dat kader: Torgeir Waldemar. Afkomstig uit Noorwegen, je weet wel, het land van andere muzikale held Moddi.

Qua sfeer heeft de zelfgetitelde debuutplaat van Waldemar wel wat weg van Moddi. Althans, je hoort dat het Scandinavisch is – and that’s a good thing! De sound komt nog het meest in de buurt van iemand als Israel Nash Gripka. Uitgestrekte nummers (minimaal 5 minuten) en duidelijke invloeden van Jason Molina en Wovenhand.

Het album is redelijk onder de radar uitgebracht en zal niet snel dikke airplay scoren. We kunnen dan ook geen single op het scorebord knallen. Wel een favoriet nummer uiteraard. En dat is, met afstand, het nummer Streets. Luister zelf maar, maar niet voordat we ons respect voor de baard van de 40-jarige Torgeir Waldemar hebben uitgesproken:

Respect.
Bij deze.

Nieuwe muziek