Gisteren deel I en vandaag op oudejaarsdag deel II van de lijst met de favoriete albums uit 2020 van ondergetekende. Albums die ik, om wat voor reden dan ook, vaak heb opgezet en nog altijd blijf opzetten. Ongetwijfeld niet de beste of belangrijkste, maar wat zou het.
15. Fontaines DC – A Hero’s Death (Spotify)
Met The Murder Capital en Fontaines DC komt de betere post-punk tegenwoordig uit Ierland. Bands met een drive waar je bang van wordt. Joy Division is nooit ver weg en ook dat is een pluspunt. A Hero’s Death is de tweede topplaat van Fontaines DC en iets minder beklemmend dan voorganger Dogrel (2019). De productie klinkt zwaarder, vooral de drumsound is indrukwekkend, bijvoorbeeld op prijsnummer Love Is The Main Thing. De band zelf noemt het al geen post-punk meer, en dropt invloeden als Beach House, Broadcast en zelfs The Beach Boys. Favoriete nummer is Televised Mind dat begint met een geweldige baslijn en maar doordendert. ‘What ya call it, what ya call it, what ya, what ya call it, what ya call it, what ya, what ya call it, what ya call it, what ya, what ya call it, what ya call it, what ya, what ya call it, what ya call it, what ya, what ya call it, what ya call it, what ya, what ya call it, what ya call it, what ya, what ya call it, ya call it, ya call it.’ De kracht van herhaling, dat hebben we van de televisie geleerd.
14. Rolling Blackouts Coastal Fever – Sideways To New Italy (Spotify)
Het wereldwijde succes van Rolling Blackouts Coastal Fever is natuurlijk te danken aan die heerlijke muur van gitaren. Wat wil je ook met drie gitaristen in de band? Toch klinkt het allemaal fris en sprankelend, in hetzelfde straatje als dat van REM, The Feelies en the Go-Betweens. Twee jaar na doorbraakplaat Hopes Down, pakken de Australiërs dit jaar gestaag door met Sideways To New Italy. Topliedjes zijn er met Cars In Space, Falling Thunder en She’s There, dat door Rolling Stone Magazine al eens treffend werd omschreven als een pre-breakup banger.
13. Destroyer – Have We Met (Spotify)
Misschien dat ik Have We Met, de nieuwe plaat van Destroyer, over een paar jaar wel veel hoger zet in een lijstje met favoriete platen van 2020. Elke luisterbeurt hoor ik er weer iets nieuws in en denk ik: wat is dit toch belachelijk goed. Nu ook weer, en moet ik me inhouden om ‘m niet minstens drie plaatsen hoger te zetten. Veel dingen houden met continu bij de les, zoals die waanzinnige geluiden (meteen al in de geweldige opener Crimson Tide en in die heerlijke vervormde gitaarsolo aan het einde van Kinda Dark) en de fascinerende teksten van Destroyer brein Dan Bejar. Hij omschrijft het album als een ‘record born of isolation’ met het motief van ‘a couple individuals huddled around the glow of the computer light’. Over computerlicht gesproken: die fascinerende teksten zong Bejar ’s nacht in, thuis aan de keukentafel, op z’n laptop in Garageband. Meer favoriete liedjes zijn er met Cue Synthesizer (oorporno) en It Just Doesn’t Happen. Eigenlijk had deze plaat op plek 8 moeten staan, bedenk ik me nu.
12. DMA’S – The Glow (Spotify)
Het album The Glow van DMA’s zal me waarschijnlijk tot in lengte van dagen blijven herinneren aan de corona gezeik. Twee dagen na onze sessie-opname in Amsterdam ging de eerste lockdown in en waren de Australiërs zodoende de laatste buitenlandse band waar ik dit jaar mee mocht werken. Het album werd uitgesteld, maar ik had ‘m gelukkig al mogen ontvangen en draaide ‘m ook zeer regelmatig. Het gros van de nummers hebben een stevigere beat dan de Britpop tracks van de voorgaande albums en eerste single Life Is A Game Of Changing klinkt zelfs als een (toffe) Pet Shop Boy remix. Kortom, het was allemaal even wennen. Toch is het rustige Strangers mijn lievelingsliedje. Goede melodie, heerlijk refrein: ‘Well, I-I-I-I-I don’t believe in strangers and you lack a little restraint.’
11. Bruce Springsteen – Letter To You (Spotify)
Na de eerste luisterbeurt van de nieuwe Bruce Springsteen plaat Letter To You was ik even stil. Het was vrijdagochtend, ik was alleen op kantoor en had ‘m helemaal gedraaid over de veel te dure speakers in de montageruimte. Emotioneel is een groot woord, maar een beetje aangeslagen was ik wel. Hier zat ik dit jaar blijkbaar dus ook op te wachten: een klassieke Bruce Springsteen plaat mét z’n vertrouwde E Street band. De website Spin verwoordde het een paar dagen later treffend: ‘Surrounded by family and friends, Springsteen has made one of the warmest and most reassuring records of his career.’ Het deed me denken aan 9/11, toen Springsteen niet veel later met de hoopvolle plaat The Rising kwam. We hebben The Boss nodig en The Boss is er gewoon. Topliedjes genoeg op Letter To You. Zoals het weemoedige Last Man Standing, waarop Springsteen herinneringen ophaalt aan The Castiles, z’n eerste band in de 60’s, waarvan alle overige bandleden inmiddels zijn overleden. ‘Somewhere deep into the heart of the crowd, I’m the last man standing now.’ Eveneens heel vaak gedraaid: House of a Thousand Guitars, ook een van Springsteens favoriete liedjes van de plaat: ‘It’s at the centre of the record and it speaks to this world that the band and I have attempted to create with its values, its ideas, its codes, since we started.’ Het oude vertrouwde Springsteen gevoel wordt versterkt met het geweldige If I Was The Priest, dat hij al in 1970 schreef, maar nooit aan een plaat had toevertrouwd.‘The guys came in and I said, ‘Okay. Today we’re going to record songs that are 50 years old, and we’re going to see what happens,’ aldus Springsteen op Apple Music. Het liedje dat het meeste indruk op me maakte was One Minute You’re Here, de opener van de plaat. De stem van Springsteen, een gitaar, een piano, een subtiele synthesizer en het kippenvel dik op de armen. Het is een bijzonder intiem begin van een plaat die over de gehele linie gedomineerd wordt door de spierballenrock van de E Street Band. Toch werkt het, als een soort van prelude. Je snapt meteen dat Letter To You een plaat is waarop Springsteen terugkijkt op z’n leven, ontvallen vrienden van vroeger en nu eert, z’n eigen mortaliteit onder ogen komt, en ons op het hart wil drukken vooral te genieten van de mooie momenten in je leven, want: ‘One minute you’re here, next minute you’re gone.’
10. Laura Marling – Song For Our Daughter (Spotify)
Een plaat maken over een fictieve dochter: Laura Marling doet het op het prachtige Song For Our Daughter. Het hielp haar om te schrijven over zware thema’s als ‘trauma and an enduring quest to understand what it is to be a woman in this society’. Het resultaat is een plaat om stil van te worden. Topliedjes zijn er met Held Down, Fortune, Hope We Meet Again en het even directe als breekbare Blow By Blow. Ze schrok er zelf ook van: ‘I don’t like to be explicit. I like to be a little bit opaque, I guess, in the songwriting business. So this is an experiment, and I still haven’t quite made my mind up on how I feel about it.’ De brug is prachtig: ‘No one was prepared but we all performed like we’d done it all before.’ Het album werd terecht genomineerd voor zowel de 2020 Mercury Prize als voor een Grammy in de categorie Best Folk Album.
9. David Keenan – A Beginner’s Guide To Bravery (Spotify)
De Ierse singer/songwriter David Keenan fascineerde me behoorlijk in de eerste maanden van 2020. Ik had ‘m in 2018 al kort gesproken op het Eurosonic festival in Groningen en hield daarna z’n carrière een beetje in de gaten. In het thuisland Ierland ging het namelijk al aardig met ‘m, met tv-optredens en een uitgegooid sleeptouw van Glen Hansard, die Keenan zowaar ‘one of our best’ noemde. Snow Patrol zanger Gary Lightbody wist het ook: ‘There’s magic in his voice.’ En krant The Irish Post scheef in 2019: ‘Keenan controls the crowd with expert ease, offsetting songs with stories and banter with the audience before launching into poetic, lyrical songs complete with a voice that carries across the iconic venue.’ In die quote het woord waar alles omdraait bij Keenan: stories. En een verhalenverteller is-ie. Op het begin januari uitgekomen debuutalbum A Beginner’s Guide To Bravery overdondert de jonge schrijver je met diepzinnige teksten over religie, liefde, dromen, wroeging en zelfkwelling. Kortom, niet meteen een plaat die je opzet bij het uitruimen van de afwasmachine. De eerste regel van James Dean, de opener van de plaat, zet meteen de toon: ‘It stabbed me in the chest like the pimp prudent’s knife into poor wandering Beckett under a mother of pearl sky.’ Duidelijk, de komende 58 minuten zal je worden bedolven onder weldoordachte woorden waar je na uren bestuderen nog steeds niet helemaal je vinger achter kan krijgen. Poëtisch, cryptisch, fragmentarisch en misschien, zegt de voorzichtige cynicus, ook wel hier en daar geforceerd literair doen. Dat maakt het wel interessant, want wat bedoelt-ie nou allemaal in hemelsnaam? Er zit niks anders op dan het te blijven draaien. Muzikaal gezien is dat ook geen straf. Echo’s van Bob Dylan, Van Morrison en ook Glen Hansard en Damien Rice zijn altijd wel te horen. Keenan heeft oor voor een goede melodie en wordt in de uptempo liedjes begeleid door drums, gitaren, viool en (soms) piano. Op enkele momenten komt het zelfs tot een explosieve climax om je bij de les te houden. Beste voorbeeld hierin is het geweldige Altar Wine, waarin een kwade en verbitterde Keenan de woorden uitspuugt en uiteindelijk z’n onmacht uitschreeuwt. In uitschieter The Healing zingt Keenan over hoop in bange tijden. Geloof ‘m, de oorlog is bijna gedaan. Maak je klaar voor de genezing. De muziek wordt steeds apocalyptischer, de violen gaan los op een manier zoals we ook kennen uit het middenstuk van A Day In The Life van The Beatles. Een schreeuw van Keenan sluit het liedje af. Alsof er een naald in z’n bovenarm wordt gezet. ‘Are you ready for the Healing?’
8. Bonny Light Horseman – Bonny Light Horseman (Spotify)
Een folk supergroup is Bonny Light Horseman met zangeres Anaïs Mitchell (zeven soloplaten op haar naam), Eric D. Johnson (van Fruit Bats, The Shins) en Josh Kaufman, de multi-instrumentalist die te horen is op platen van onder andere The National, Hiss Golden Messenger, Josh Ritter, The Hold Steady en onlangs nog op Folklore van Taylor Swift (recent vormde Kaufman nog een andere supergroep, met Interpol zanger Paul Banks: Muzz). Zoals de namen al vertellen, heeft Bonny Light Horseman veel muzikale vrienden en dat het trio in 2018 voor het eerst bij elkaar kwam op het door Justin Vernon (a.k.a. Bon Iver) en Aaron Dessner (The National) georganiseerde Eaux Claires Festival klinkt dan ook volkomen logisch. Het gevaar van supergroepen is dat ze vooral interessant zijn voor muzikanten. Een klont topmuzikanten die muzikaal gezien bijzondere dingen doen, maar het normale publiek er niet mee weten te raken. Bij Bonny Light Horseman is dat gelukkig niet het geval (daarbij: zo bekend waren ze al niet bij het grote publiek). Het titelloze debuut staat vol met prachtige luisterliedjes, zoals Jane Jane, Blackwaterside, Bright Morning Stars (met Justin Vernon) en het wonderschone The Roving. Daarover vertelde Anaïs Mitchell: ‘Everyone will recognize this story, where you detect the littlest flicker in your lover’s eye, and you know it’s the beginning of the end.’
7. Another Sky – I Slept On The Floor (Spotify)
Britse band Another Sky was eind juli een kleine obsessie voor me. De singles die al uit waren hadden me overdonderd en bleef ik maar draaien. De hoorbare invloeden van Everything Everything, Radiohead en Alt-J in combinatie met de karakteristieke stem van frontvrouw Catrin Vincent hielden me dagenlang bij sterke liedjes als Brave Face, The Cracks en All Ends. Maar het was vooral Fell In Love With The City dat ik steeds vaker en harder ging draaien. Een verslavende track met een spannend opbouw, waanzinnige vocal, goede drumsound en een heel toffe uitbarsting. In augustus verscheen het debuutalbum I Slept On The Floor, dat in z’n geheel een prachtige dynamiek geeft aan de eerder genoemde knallers. Een van de hoogtepunten is liedje Tree dat je speakers haast doet ontploffen van de opgebouwde spanning. ‘You’ll never take mine!’
6. Benedict – You Can Tell Me Nothing That I Should (Spotify)
In m’n mailbox, in de zomer van 2019: ‘We kennen elkaar niet maar ik heb via via begrepen dat jij wellicht wel mooi zou vinden wat ik gemaakt heb.’ Ik klik op de link en krijg het fijne liedje Talking ‘Bout Roses voor de kiezen. Als artiestennaam staat Benedict erbij, een project van Martijn Smits, leer ik later. Van jongs af aan staat-ie op het podium, bij andere bands. Maar toen was het even klaar. Hartepijn. Hij sluit zichzelf op, een zolderkamer in Amsterdam. En daar komen ze: de liedjes, de demo’s. In de kroeg, met Mart Jeninga (bassist bij oa Celine Cairo en HAEVN), wordt het plan serieuzer. Er moet een plaat komen. Samen met producer Pieter Vonk duiken ze de studio in om er uiteindelijk uit te komen met een debuutalbum dat luistert als een persoonlijk verhaal waarin de hoofdpersoon jeugdtrauma’s verwerkt, depressies bezingt en de pijn van z’n gebroken hart niet wegstopt: You Can Tell Me Nothing That I Should. Ik draai de plaat vaak, het is die The National / The Slow Show / Tindersticks sound en sfeer waar ik zo van houd. Smits is een kunstenaar, denkt over alles na en dat komt ook naar voren in de prachtige videoclips. Mooiste liedje van de plaat is het ontroerende When We Were Young, waar eveneens een wonderschone video bij gemaakt is. ‘One night changed all of us. I saw my parents sleeping naked, with their fingers half crossed. Knew what they lost, when we were young.’
5. Matt Berninger – Serptine Prison (Spotify)
Als de zanger / schrijver van mijn favoriete band (The National) een soloplaat uitbrengt, kan ik daar natuurlijk niet omheen. Het meest interessante aan Serpentine Prison is misschien wel de opbouw. Redelijk ongemerkt wordt per liedje de intensiteit opgebouwd. Steeds net genoeg om verder in de liedjes te verdwijnen. Niet dat de beste liedjes achteraan staan (One More Second komt al als derde aan de beurt), maar de beklemmende pracht van de drieklapper aan het einde met Colllar Of Your Shirt, All For Nothing en titeltrack Serpentine Prison is van hoog niveau. Op veel van de liedjes het heerlijke Hammond orgelgeluid van Green Onions legende Booker T. Jones (die de plaat ook produceerde) en van die typische Berninger zinnetjes die altijd wel ergens blijven haken in je hoofd:
- ‘My tongue’s a bible in the drawer of a desk.’ (My Eyes Are T-Shirts)
- ‘Smoke’s in our eyes or in the distance; Either way we’re gonna miss it.’ (One More Second)
- ‘Why are people still calling? Don’t they know that we’re never gonna buy another Batshit story of bad kids in the garden?’ (Loved So Little)
- ‘Everyone knows where to hang, but they never show you the ropes. Get hit by a car, get shot by a cousin, or slip off a boat. One of these days the sky’s gonna rain, so why are you crying?’ (Silver Springs)
- ‘But I can feel it getting closer, like summer on the edges. Whenever I approach you your body language changes.’ (Collar Of Your Shirt)
- ‘Just tell me there are swimming holes in outer space with train cars at the bottom.’ (All For Nothing)
- ‘Nobody’s ever really thinking about us half as much as we want ‘em to be.’ (Serpentine Prison)
Afijn, prima plaat om in het donker whisky bij te drinken.
4. Doves – The Universal Want (Spotify)
De comeback van Doves zag ik niet aankomen, maar het bleek er wel eentje te zijn waar ik op zat te wachten. Elf jaar na de heerlijke plaat Kingdom of Rust laat de Britse rockband met The Universal Want horen nog steeds een grote te zijn (vooral in Engeland dan). Ik blijf een sucker voor de donkerbruine stem van Jimi Goodwin en z’n melodieuze baspartijen die altijd zo fijn in de mix liggen. Single Carousels is ook meteen een van mijn favoriete liedjes van het jaar. Een liedje over terug willen keren na een fijne, vertrouwde plek in het verleden of willen dat alles bij hetzelfde blijft, maar tegelijkertijd het besef dat we niet anders kunnen dan verder gaan (‘And the wheel turns‘round, just when you think you’re safe and sound’). Dit jaar heb ik de hele Mad Men serie herbekeken, dat gaat over een reclamebureau in de jaren ’60. In een van de beste scenes pitcht hoofdpersoon Don Draper een reclame voor een ronde dia-projector, door de fabrikant The Wheel genoemd. Terwijl Don z’n eigen vrolijke familiefoto’s van jaren terug via de projector op een groot scherm laat zien, pakt hij de klant in met een stuk copy over onze onmogelijke wens terug te willen keren naar mooie momenten: ‘In Greek, “nostalgia” literally means “the pain from an old wound.” It’s a twinge in your heart far more powerful than memory alone. This device isn’t a spaceship, it’s a time machine. It goes backwards, and forwards… It takes us to a place where we ache to go again.’ Om de opdracht vervolgens binnen te harken met de genadeklap: ‘It’s not called the wheel, it’s called the carousel.’
3. Other Lives – For Their Love (Spotify)
Linksonder op de voorkant van het cd-boekje bij het nieuwe Other Lives album staat in kleine lettertjes In memory of Thommy Paeyeneers, 1974 – 1999. Dankzij Google kwam ik erachter dat Thommy is doodgeschoten op de veranda van z’n eigen huis, door de nieuwe vriend van z’n vrouw, die ‘m de opdracht gaf. Eerder hadden ze al geprobeerd hem te vergiftigen. Volgens de hoorzittingen hadden ze de fatale aanslag ook al meerdere malen gerepeteerd, in de nacht, terwijl Thommy boven lag te slapen in het echtelijke bed. Met die kennis begreep ik de plaat meteen beter, want na de eerste luisterbeurten was ik enthousiast, maar ook verward. Waar gaat het allemaal over? For Their Love is een prachtig, maar donker geheel met liedjes over de dood (eerste zin van het eerste liedje: ‘Make some room for the afterlife’), verloren liefde en geweld. Kortom: wat voor verschrikkelijke dingen we over hebben voor de liefde. Die insteek is ook wel eens verfrissend. De weldadige orkestratie, waar Other Lives op hun andere platen ook al sier mee maakte, zorgt ervoor dat de liedjes klinken als een soundtrack van een spannende film die, zoals in liedje Who’s Gonna Love Us, naar een waanzinnige climax toewerkt. Nog meer uitschieters zijn er met Sound of Violence, We Wait, Hey Hey I en Lost Day. Favoriet liedje is Cops, waar de dader wordt vervloekt. Hij was z’n portefeuille verloren op de crime scene, de politie had ‘m snel gevonden. ‘Ah, you really fucked it up this time. Hey man, you really let us down.’
2. Future Islands – As Long As You Are (Spotify)
Op de eerste secondes van As Long As You Are, het nieuwe album van Future Islands, horen we een paar ganzen. Moeten we niet teveel achter zoeken, vertelt zanger Samuel T. Herring, ’they’re just these beautiful birds that swoop over the fields.’ Op deze zesde worp van de Amerikaanse synhpopband is vooral de invloed van New Order duidelijk te horen, zoals in het heerlijke basgeluid van topliedje Born In A War. Tel daar een overvloed aan euforische refreintjes bij op (zoals in For Sure) en je weet waarom ik deze plaat regelmatig opzet. Favoriete liedje is I Knew You, een van de langzamere. Herring zingt een lang, waargebeurd verhaal. ‘I was told that I was poison to this person, and that I ruined their life,’ vertelde hij er al eens over. ‘I say it in the song: I was happy to hear these things. This person left with no closure. They left in radio silence. So this was me finally getting closure.’
1. Fleet Foxes – Shore (Spotify)
Ik heb een ietwat lastige geschiedenis met Fleet Foxes. Toen in 2008 de eerste plaat van deze uiterst melodieuze en harmonieuze band uitkwam, moest ik er weinig van hebben. Het klonk me maar oubollig en gezapig in de oren. In die tijd maakte ik een wekelijkse show op de lokale radio met nieuwe muziek en de vriend waarmee ik dat presenteerde was lyrisch over de band en greep elke mogelijkheid aan om bijvoorbeeld White Winter Hymnal, He Doesn’t Know Why of Tiger Mountain Peasant Song op de playlist te krijgen tussen mijn indie rock favorieten. Wat ‘m eigenlijk altijd lukte (hij zat achter de knoppen) en wat ik dan aangreep om de band aan of af te kondigden als Fleet Fuckers. Ik was jong, u was jong, we waren allemaal jonger.
Toch stond ik een jaar later, 2009 inmiddels, in Paradiso te kijken naar die fuckers. Ze speelden er twee dagen, allebei stijf uitverkocht en het was bloedheet. Een rommelig optreden, het lag steeds stil en er moest altijd wel een gitaar gestemd worden en daar namen ze dan even de tijd voor. De vonk sloeg niet echt over die avond.
De radioshow stopte, er werd tweemaal verhuisd, er kwam een vaste baan, en er waren altijd veel nieuwe platen om te luisteren.
En zo luisterde ik in 2017 op een ochtend in de trein naar een gloednieuw album van Fleet Foxes: Crack-Up. Misschien in een vlaag van nostalgie, misschien uit pure nieuwsgierigheid, misschien gewoonweg per ongeluk. Maar daar zat ik, bijna 10 jaar later, schandalig te genieten van liedjes als Kept Woman en On Another Ocean (January / June). Die avond thuis duikelde ik de oude albums weer op en liet me die dagen geregeld ontvallen wat een muzikaal genie die Fleet Foxes frontman Robin Pecknold toch is.
Met het dit jaar uitgekomen Shore zit ik inmiddels volledig in het Fleet Foxes kamp. Vanaf luisterbeurt een was het dé plaat waar ik dit jaar op had zitten wachten, zonder het te weten. Voor een lange tijd wilde ik niks anders dan luisteren naar deze hemelse harmonieën, wonderschone melodieën en zalvende woorden. Of het in een niet-coronajaar mij ook zo hard had kunnen raken, zal ik nooit weten, maar het staat als een paal boven Waist-High Water [songtitelgrapje, red.] dat deze vijftien liedjes de sociale isolatie iets dragelijker maakten. Het blijft bijzonder dat muziek je een gevoel van troost kan geven terwijl het niet eens direct aan je gericht is.
Fleet Foxes was altijd al Robin Pecknold, en deze plaat heeft-ie zonder de overige bandleden gemaakt. Niet in z’n eentje, want er doen genoeg andere muzikanten (vooral vocalisten) op mee, zoals Kevin Morby op Sunblind. De blazers zijn van The Westerlies, een kwartet dat ook te horen was Crack-Up. Het doet allemaal een beetje denken aan Brian Wilson, het genie achter de Beach Boys. Maandenlang met studiomuzikanten schaven aan het perfecte popliedje. Hoe mooi ook dat Pecknold een sample van Wilson gebruikt in de intro van Cradling Mother, Cradling Woman. We horen de meester aftellen voor weer een extra take met vocalen voor het Beach Boys liedje Don’t Talk (Put Your Head On My Shoulder), dat in 1966 op het legendarische Pet Sounds album zou verschijnen. ‘This clip, more than any other piece of music, completely changed and guided my life,’ zei Pecknold er over in een bedankje aan Wilson.
Shore is zo’n plaat waarvan ik bijna elke dag wel een ander liedje als favoriet kan aanwijzen. Zo noemde ik al eens Meastranza (wat een energiek refrein), dan weer het soms zo vreselijk herkenbare Young Man’s Game (met de kinderen van The Walkmen zanger Hamilton Leithauser op de achtergrond), om vervolgens weer uit te komen bij I’m Not My Season, dat luistert als een reddingsboei. Time is just something that’s happening around us, but there’s some kind of core idea that you’re not what’s happening to you,’ vertelde Pecknold over het liedje.
Maar als ik er toch echt, echt, echt maar één liedje uit zou mogen pikken, dan kan ik niet om Can I Believe You heen. Er zijn ruim 400 stemmen op te horen die één en dezelfde regel zingen, door Pecknold verzameld op Instagram. Het effect daarvan legt hij zelf het mooiste uit: ‘There’s this big hug of vocals around the lead vocal that’s talking about trust or believability.’ En die omhelzing hadden we nodig in 2020.
Naschrift
En dat waren ze, de platen die ik het meest heb gedraaid. In dit lijstje geen plek voor de hoog aangeschreven releases van Taylor Swift, Phoebe Bridgers, Big Thief, Eefje de Visser of Sault. Betekent niet dat ik ze niet heb geluisterd of dat ik het slechte platen vind. Maar, zoals je misschien al wel hebt kunnen opmaken uit mijn beschrijvingen, zijn de platen die me uiteindelijk het meeste bij blijven, de platen waar ik een soort van connectie mee heb kunnen maken. Platen die verbonden zijn aan een bepaalde plek, een bijzonder moment in de tijd, een ontmoeting, een verhaal of weet ik veel. Soms komt gewoon de juiste plaat op het juiste moment.
Deel 1 vind je hier en een Spotify playlst met alle genoemde liedjes hier.